Midden in een weiland langs de Boxbergerweg, vlak bij de Eikelhofweg, staat een oud en verweerd zandstenen kruis, voorzien van een vlak wapenschild en een tekst in steen gebeiteld die melding maakt van de dood van ene Johannes Lueckens. Door slijtage is de tekst slecht leesbaar. Eén van de armen van het kruis is lang geleden afgebroken en opnieuw bevestigd.
De inscriptie
Er zijn in de loop van de tijd verschillende pogingen gedaan om de inscriptie op het kruis te ontcijferen. De resultaten daarvan wijken op onderdelen van elkaar af. De kunsthistoricus E.H. ter Kuile kwam bijna een ½ eeuw geleden, de tekst was toen misschien nog iets beter leesbaar dan tegenwoordig, tot de volgende precieze omschrijving: "int jaer o[…] heren mcccc en x[c?]iii de […] donderdach na sinte michie […] dach […] staerf h[?][…] joha lueckens bid vo […] de sele." De tekst verwijst dus naar Johannes Lueckens, die vermoedelijk op deze plek langs de Boxbergerweg door een ongeluk of door geweld om het leven is omgekomen. Dat gebeurde op een donderdag na Sint Michielsdag (29 september) in het jaar 1493. Voorbijgangers worden opgeroepen voor het zielenheil van Johannes te bidden.
1493: een tijd van oorlog en geweld
We weten niet wie Johannes Lueckens was, zijn naam komt niet voor in de gedetailleerde belastingregisters van het kerspel Olst uit de laatste decennia van de 15de eeuw. Johannes woonde waarschijnlijk niet in het kerspel. Misschien was hij afkomstig uit een naburig kerspel en hebben zijn nabestaanden het kruis voor hem geplaatst. Hij kan door een rover zijn gedood of zijn omgekomen door het oorlogsgeweld, dat in die jaren Salland en de Veluwe teisterde als gevolg van een langdurige machtsstrijd tussen de bisschop van Utrecht en de hertog van Gelre.
De overlevering
Het blijft duister wat er echt is gebeurd. Die onduidelijkheid
heeft mensen ertoe gebracht om zelf een bijpassend verhaal te
bedenken. Sommige verhalen over het stenen kruis van Boxbergen zijn
van generatie op generatie overgeleverd, andere zijn ongetwijfeld
pas kort geleden bedacht. Van de vele volksverhalen die de ronde
doen, geniet dat van Pier de Rover, de heks van Lettele en de
duivel de grootste bekendheid. Pier leefde van de roof, zijn faam
was groot en wijd en zijd verbreid. Daardoor trok hij de aandacht
van de duivel, die zijn zuster in het kwaad, de heks van Lettele,
vroeg om hem de ziel van Pier te bezorgen. De heks deed dat graag
en vermomde zich als beeldschone jonge maagd. Na vele avonturen
wordt Pier ten slotte door de heks, nu veranderd in een
onoverwinnelijke ridder, in een gevecht gedood. De duivel wil zijn
ziel in bezit nemen, maar dan gebeurt het: er wordt een kruis voor
Pier in de Eikelhof opgericht en de duivel moet zijn ziel
vrijlaten.
Niemand mag volgens de overlevering het stenen kruis weghalen. Als
dat toch gebeurt, zijn de gevolgen niet te overzien. 's Nachts
om 12 uur zullen de koeien uit de stal breken en ontstaat er
een enorm tumult in de omgeving van het kruis. Ook misoogsten,
moord en brand zijn niet uit te sluiten. Daarbij komt nog: het
kruis zal, hoe dan ook, toch weer op zijn oude plek terugkeren.