In 1982 won de Nederlandse schipper Conny van Rietschoten voor de tweede maal de Whitbread Round the World, ditmaal met het wedstrijdjacht de Flyer II. Met deze ongeëvenaarde prestatie verwierf Conny onvergankelijke roem. Het schip was gebouwd op de jachtwerf van Huisman in Vollenhove. De overwinning bezorgde het familiebedrijf een wereldreputatie als jachtenbouwer.
Van de Veneweg naar Vollenhove
Het familiebedrijf Huisman stamt uit 1830. Een zekere Jan Peters Huisman maakte bij buurschap de Blauwe Hand aan de Veneweg, niet ver van Wanneperveen, houten punters voor het vervoer van melkbussen, hooi en vee. Zijn zoon nam het bedrijfje over en verhuisde het naar buurschap de Ronduite, tussen de Blauwe Hand en Sint Jansklooster. In 1884 schreef hij zich in bij de Kamer van Koophandel in Meppel. Kleinzoon Wolter Huisman, onder wiens leiding het bedrijf zijn grootste bloeiperiode doormaakte, kwam in 1944 in de firma te werken. Huisman legde zich toe op de bouw van jachten voor de pleziervaart. Doordat deze steeds groter werden, was voor het vervoer ervan een plek aan open water vereist. In 1971 streek de scheepswerf neer op het voormalige ziekenhuisterrein bij Vollenhove. Het bedrijf kreeg in 1984 bij haar honderdjarig bestaan het predicaat "koninklijk". Samen met dochteronderneming Rondal, producent van onder meer masten en lieren, is het met ruim 300 werknemers de belangrijkste werkgever in Vollenhove. Het bedrijf kent een wereldwijde, vermogende klantenkring en staat internationaal bekend om zijn grote en luxueuze jachten. Tegenwoordig staat met Alice Huisman de vijfde generatie van de familie aan het roer.
Industrie komt op stoom
Vollenhove heeft een lange, maar bescheiden industriële traditie. De eerste vorm van industrie was glucosefabriek Tilvoorde, beter bekend als de "stroopfabriek", in 1869 opgericht door Gerard baron Sloet. De stroopfabriek was in bedrijf tot 1915. Eveneens op initiatief van Sloet kwam er een smalspoorweg (stoomtram) van Zwolle via Vollenhove naar Blokzijl, om fabrieksgoederen en vooral ook vis af te voeren naar het achterland en vee naar en van de markt in Zwolle. De tramlijn, die 1913 gereed kwam, werd in het crisisjaar 1934 alweer opgedoekt. Het personenvervoer werd langzamerhand door de autobus overgenomen. Sloet is ook betrokken geweest bij de oprichting van stoomzuivelfabriek De Eendracht in 1897. Deze fabriek, die de melk van de boeren uit de wijde omtrek verwerkte tot boter en later uitsluitend kaas maakte, heeft bestaan tot 1999.
Wederopbouw
De Vollenhoofse industrie kwam pas echt tot bloei tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Daarvóór was de visserij meer dan 100 jaar lang de belangrijkste bron van inkomsten geweest. De komst van de Noordoostpolder betekende echter het definitieve einde van deze sector. Tegelijkertijd bood de polder kansen aan nieuwe ondernemingen. Pas opgerichte bedrijven bouwden er boerderijen en woningen, terwijl loonbedrijven zich toelegden op de ontginning van het nieuwe land. Vlas uit de polder werd verwerkt en opgeslagen in de vlasschuur aan de rondweg bij Vollenhove. De schuur is onlangs aangewezen als industrieel erfgoed.
Industrieterrein
In het kielzog van de polderwerkers kwamen er meer bedrijven
naar Vollenhove. Machinefabriek Van der Graaf werd in 1948
opgericht en produceerde aandrijvingen, voornamelijk
trommelmotoren, die in de land- en mijnbouw werden gebruikt. Het
familiebedrijf is tegenwoordig uitgegroeid tot een wereldspeler met
vestigingen in Canada, de Verenigde Staten, Duitsland, Engeland en
Zweden. Tot aan het begin van de jaren tachtig was ook
Hazemeyer, onderdeel van het Holec-concern, in Vollenhove
gevestigd. Dit bedrijf, dat veel werkloos geworden bouwvakkers in
dienst had, produceerde elektrisch schakelmateriaal. De bedrijven
vestigden zich op industrieterrein De Weyert, dat in de
jaren zestig werd aangelegd langs de doorgaande weg naar de
Noordoostpolder. Later kwam er eveneens een industrieterrein langs
de Schaarweg richting Sint Jansklooster.
Van alle Vollenhoofse bedrijven is Royal Huisman Shipyard het
grootst en het meest bekend. De komst van de scheepswerf naar
Vollenhove in 1971 is de kroon op de industriële ontwikkeling na de
Tweede Wereldoorlog. Komend vanuit de polder bepalen de moderne
massieve gebouwen van de scheepswerf links van de brug het
stadssilhouet van Vollenhove. Ze vormen een mooi contrast met het
historische aanzien van de stad, rechts van de brug.