Het ging hard sinds het midden van de twintigste eeuw. In Amstelveen - de snelst groeiende stad in de jaren zestig - hoorde je voortdurend heimachines stampen. Uithoorn bouwde op verzoek van Amsterdam de ene grote flat na de andere. Diemen en Duivendrecht kregen te maken met een nieuwe buur. Na uitgebreide discussie bouwde de hoofdstad namelijk een kolossale wijk in de Bijlmermeerpolder. In Haarlemmermeer groeiden dorpen uit tot steden en de luchthaven breidde steeds verder uit. Agrariërs raakten in de verdrukking.
Dik Trom zou Hoofddorp niet terugkennen. Alleen namen van nieuwe wijken herinneren aan vroegere boerderijen als Graan voor Visch of Pax. De aantallen nieuwe woningen in Haarlemmermeer (groeikernstatus!) liepen in de tienduizenden. De gemeente telde na de Tweede Wereldoorlog ongeveer 34 duizend inwoners, in 1991 verwelkomde de burgemeester de honderdduizendste. Badhoevedorp verloor z'n koppositie als grootste woonkern in de gemeente. Ingehaald door Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Met zoveel nieuwkomers moesten oude dorpscentra op de schop. De plaatselijke middenstand kreeg concurrentie van moderne winkelcentra. Amstelveen liep voorop met een overdekt winkelcomplex dat verrees rond Plein 1960, het nieuwe stadshart. Andere plaatsen bleven niet achter.
Door al de bouwactiviteiten raakte het weidse platteland ondergeschoffeld, vertrouwde boerderijen gingen tegen de vlakte. De grenzen tussen gemeenten vervaagden. Van Diemen-Zuid ben je voor je het weet in Duivendrecht en wie een andere weg inslaat, staat in Amsterdam-Zuidoost. Welk gebouw op bedrijventerrein Amstel in Ouder-Amstel en welk in Amsterdam staat, valt moeilijk te zeggen. Temidden van al die stadse bebouwing heeft de strook langs de Amstel nog iets van het vroegere open karakter van Amstelland behouden. Tussen Ouderkerk en Amstelveen en tussen Uithoorn en Amstelveen kleurt het nog groen. Maar niet aan de noordzijde van Amstelveen. Dat loopt hier vrijwel naadloos over in Buitenveldert. De Kalfjeslaan geeft alleen voor kenners nog de scheidslijn aan. Aan de zuidwestkant ontmoeten nieuwe wijken van Amstelveen en Aalsmeer elkaar. Het groeiende bloemenveilingcomplex reikt bijna tot de jongste bebouwing van Uithoorn. Binnen de Ringvaart is de afstand tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep verkleind. In de zes gemeenten van Amstelland en de Meerlanden wonen nu meer dan driehonderdduizend mensen.
De economische motor die de luchthaven is, legt een zware druk op de omgeving. Bedrijven vestigen zich hier. Schipholwerkers zoeken hier onderdak en ze willen snel naar hun werk kunnen rijden. Een van de drukke routes is de provinciale weg N201 die langs Hoofddorp en door Aalsmeer en Uithoorn leidt. Aan deze weg ligt ook de bloemenveiling, die een sterke aantrekkingskracht heeft op vrachtwagens. Hoe blij was Uithoorn voor de Tweede Wereldoorlog met de komst van die provinciale weg. De middenstand zag de klandizie in gedachten al stijgen. Dat een raadhuis annex postkantoor en woningen moesten wijken voor de oprit van de brug over de Amstel, deed er in Uithoorn dankzij een royale provinciale vergoeding weinig toe. Jaren later bleek in Aalsmeer en Uithoorn het verkeer op deze weg zo'n belasting, dat het besluit viel tot een omlegging. Inclusief tunnels onder de Ringvaart en onder de Amstel door.
Vliegtuigfabrikant Fokker was sinds 1951 een grote werkgever op Schiphol-Oost. Voor de werknemers was zelfs een metroroute bedacht die van Amsterdam via Amstelveen hierheen zou rijden. Maar Fokker is verdwenen en deze papieren metrolijn werd uiteindelijk een sneltram naar de jongste wijk van Amstelveen. Amstelveen beklaagde zich in de jaren zestig de grootste stad in het land te zijn zonder een eigen spoorwegstation. Het haalde niets uit. Nee, dan is Duivendrecht beter af. Dat heeft dankzij trein en metro een razendsnelle verbinding met de hoofdstad en de rest van Nederland. Ook Diemen kreeg een spoorwegstation, evenals Hoofddorp en Nieuw-Vennep.
Ondanks alle veranderingen in dit deel van de Stadsregio Amsterdam vallen elementen van vroeger te herkennen. Het gevecht tegen het water speelt nog steeds en in discussies over waterberging komt de Stelling van Amsterdam opnieuw in beeld. De sierwateren die door Amstelveense wijken kronkelen, zijn slechts fraai aangeklede sloten om water uit het polderland af te voeren. Een plannenmaker had indertijd voorgesteld een bos te planten in het droog te leggen Haarlemmermeer. Het groeit er nu. Als iets de ontwikkeling van Haarlemmermeer heeft bepaald dan is het de toevallige keus op het weilandje voor de militaire luchthaven. Ook min of meer toevallig kreeg Uithoorn een teerfabriek, als 'opvolger' van een chemische fabriek die er in 1863 was verrezen. Eenvoudigweg omdat een van de stichters die grond bij een erfenis had gekregen. De Haarlemmermeerspoorlijn was geen lang leven beschoren, maar enkele regionale busverbindingen volgen ruwweg een spoorroute van destijds. Wie de drukke bloemenveiling in Aalsmeer passeert, realiseert zich niet dat hier vlakbij de dijk lag die de graaf van Holland in twaalfde eeuw had laten opwerpen ter afbakening van zijn gebied met dat van de bisschop van Utrecht (zie pagina …1. Pioniers vestigen zich in Amestelle).