Cornelis Lely

Vreeswijk en de sluizen

Op 28 mei 2007 was het precies 75 jaar geleden dat de Afsluitdijk tot stand kwam, de Zuiderzee werd IJsselmeer en de provincies Noord-Holland en Friesland werden met elkaar verbonden. Onlosmakelijk verbonden met de Afsluitdijk is de naam van ir. Cornelis Lely (1854-1929), in de periode 1891-1918 diverse keren Minister van Waterstaat.

Hinterland
Wellicht minder bekend is het feit dat civiel-ingenieur en staatsman Lely in onze streken ook van grote historische betekenis is geweest voor de loop van de aangelegde waterwegen in de regio Utrecht. Nederland, dat in het laatste kwart van de negentiende eeuw rap werd geïndustrialiseerd, had steeds meer behoefte aan twee zeehavens. In tegenstelling tot Rotterdam ondervond Amsterdam allerlei obstakels om het (Duitse) achterland te bereiken. De Keulse Vaart- voltooid in 1825 - voldeed niet meer. De grote vaarweg van Amsterdam naar Keulen raakte steeds meer in onbruik door onbruikbare afmetingen en het grillig verloop ervan via reeds bestaande waterwegen zoals de Amstel, de Weespertrekvaart, de Gaasp, Smal Weesp, de Vecht en de Vaartse Rijn. Onder Vreeswijk moest men noodgedwongen in een te kleine sluis worden geschut om zijn tocht op de rivier de Lek te vervolgen.
Ter algehele bevordering van de binnenscheepvaart werd de zogeheten Kanalenwet ontworpen. Het plan voorzag onder meer in de aanleg van een kanaal dwars door de Gelderse Valei naar de rivier de Waal. Hierdoor zou Amsterdam rechtstreeks met het Duitse hinterland worden verbonden. Met slecht één stem verwierp De Tweede Kamer het wetsontwerp (1879). Vooral voor Amsterdam was dat een zware tegenvaller. Zijn Rijnvaart via de Keulse Vaart zou niet groeien maar juist sterk verminderen. De discussies hielden aan. Verschillende varianten op het thema werden onderzocht onder andere door ir. Lely. Een kanaal van Rotterdam over Gouda naar Rotterdam én een kanaal van Amsterdam langs Utrecht over Wijk bij Duurstede naar Tiel vormde zijn concrete bijdrage aan de discussies.

'Tijdelijke' Rijnvaart
Aanvang 1881 bereikte een nieuw wetsontwerp de Tweede Kamer: verbetering van de Keulse Vaart. Hiertegen reageerde Lely onmiddellijk met zijn brochure 'Een tijdelijke Rijnvaart of de Keulsche Vaart'. De waterbouwkundige gaf opnieuw de voorkeur aan een goede, brede verbinding tussen Amsterdam en Rotterdam via Gouda. De reis via de kaasstad zou zelfs korter uitvallen dan via de traditionele Keulse Vaart! Tegen Lely's hoop en verwachting in, werd de wet, die voorzag in de aanleg van het Merwedekanaal, toch aangenomen. Het traject van dit kanaal werd door hem en zijn medestanders ontoereikend geacht als handelsroute met de Boven-Rijn.
Op 4 augustus 1892 werd in Vreeswijk de verbeterde Keulse Vaart in gebruik gesteld. In het gezelschap rond Koningin-regentes Emma en de elfjarige Koningin Wilhelmina bevond zich ook haar net aangetreden Minister van Waterstaat Cornelis Lely. Ongetwijfeld was de opening van de Koninginnensluis voor hem minder feestelijk dan voor de (Amsterdamse) voorstanders van de Keulse Vaart.

Alle waterwegen zijn nog duidelijk herkenbaar in het (stedelijk) landschap van Nieuwegein en omstreken. Zo ook de door Lely verworpen of juist gepropageerde waterwegen, zoals het huidige traject van het Amsterdam-Rijnkanaal. Daarmee heeft Lely getoond een deskundig watermanager met een grote toekomstvisie te zijn.