De rivier de Vecht kende verschillende beddingen. Aanvankelijk stroomde de rivier via de Oude Aa, de Angstel en zo naar Muiden. Nieuwe doorbraken door de oeverwallen veroorzaakten dat rond 200 voor Chr. een nieuwe bedding werd gevormd. Vlak daarna echter werd vanuit de Rijn steeds minder water naar de Vecht getransporteerd. Dat betekende dat de rivier smaller werd en ook minder afzettingsmaterialen met zich meevoerde. Voor zijstromen als de Oude Aa betekende dat minder overstromingen. De verbinding met zee via het Oer-IJ verzandde in deze tijd, waardoor het water van de Vecht en haar zijrivieren alleen via het Almere kon wegstromen.