In 1920 presenteerden Berlage en Holsboer hun uitbreidingsplan voor de stad Utrecht. Het plan voorzag in de bouw van een aantal nieuwe woonwijken en een nieuw industriegebied, zelfs voorbij de bestaande gemeentegrenzen. Er werd een nieuw kanaal aan de westzijde van de stad gepland, aan de oostkant zou een vliegveld komen. Het toenemende autoverkeer kreeg een binnenring langs de wijken en een buitenring over de bestaande forten. Ook zou er een uitvalsweg vanaf Vredenburg naar het noordwesten gaan leiden, ter ontlasting van de Amsterdamsestraatweg (de zogenaamde 'as van Berlage'). Er zouden sportterreinen en een universiteitscentrum aan de oostkant van de stad komen. In de binnenstad zouden straten verbreed worden en op het Neude werd een nieuw stadskantoor gepland.
Het plan bleek te ambitieus en stuitte op vele bezwaren, zowel van de buurgemeenten, de Nederlandse spoorwegen als het Ministerie van Oorlog. In 1924 volgde een tweede poging met een iets bescheidener variant, maar opnieuw zonder succes. Een paar onderdelen uit het plan werden wel uitgevoerd, zoals de aanleg van de wijk Oog in Al, de bouw van de uitvalsweg vanaf het Vredenburg naar Zuilen en de aanleg van een binnenring met onder andere de Marnixlaan. De na de oorlog aangelegde wijken Kanaleneiland en Overvecht, het Amsterdam-Rijnkanaal en de afronding van de rondweg (Kardinaal de Jongweg) zijn eveneens uitvloeisels van de oude plannen van Berlage en Holsboer.