Umberto Atorino werd in 1936 geboren in Angri, ten zuiden van Napels. In november 1960 reageerde hij op een advertentie in een Italiaanse krant waarin door Nederland Italiaanse werknemers worden gezocht. In Salerno (in de buurt van Napels) stapte hij op de trein naar Milaan met zestien andere Italianen. In Milaan meldde hij zich bij de immigratiedienst en werd door een Nederlandse arts onderzocht. Na de afronding van het medisch onderzoek ondertekende Atorino een contract met staalfabriek Demka. Hij begon als smelter in de staalgieterij, maar het werk als kraandrijver beviel hem veel beter. Het was minder vies en gevaarlijk. Bovendien kon hij met gebaren communiceren en hoefde hij geen Nederlands te spreken, wat hij nogal lastig vond. Atorino trouwde met een Nederlandse vrouw. Op advies van zijn schoonvader solliciteerde hij in 1966 bij het laboratorium van het Diakonessenhuis, waar hij tot aan zijn pensioen werkte.