In de eerste helft van de veertiende eeuw was Utrecht een belangrijk centrum voor de productie van aardewerk en plavuizen. De werkplaatsen en ovens stonden vooral in de voorsteden. Dit had te maken met de brandveiligheid. Zo zijn tijdens archeologisch onderzoek in 1984 in de Bemuurde Weerd zes ovens en 44 kuilen met 'misbaksels' gevonden. In de jaren 2014-2015 zijn daar opnieuw veel keramiekbedrijven opgegraven. In 2004 werden ook aan de andere kant van de stad, bij de Oosterkade in Tolsteeg, resten van ovens en veel afvalkuilen vol misbaksels aangetroffen.
Naast de productie van potten en pannen, werden er in ieder geval in de Bemuurde Weerd ook vloer- en daktegels gemaakt. Dat blijkt uit de vondst van een oven, speciaal bedoeld voor het bakken van tegels en plavuizen. Daktegels waren in de late middeleeuwen gewilde artikelen. In een stad waar iedereen op hout of turf stookte, gaf een strooien of rieten dak veel brandgevaar. Een paar vonken waren genoeg voor een grote stadsbrand. Stenen daktegels waren, net als stenen gevels en binnenmuren, veel veiliger.
Dankzij de introductie van de baksteen in de dertiende eeuw, konden veel huizen voor een betaalbare prijs in steen worden opgetrokken. En dat had weer een gunstig effect op de brandveiligheid van de stad.
De binnenkant van de huizen veranderde mee. In die nieuwe stenen buitenmuren kon een schoorsteen worden gebouwd. Het haardvuur hoefde niet langer in het midden van de woonruimte gestookt te worden. Lag er eerst zand of aangestampte aarde op de grond, nu konden de rijkere burgers althans kiezen voor een prachtige mozaïekvloer.
In de afgelopen decennia hebben Utrechtse archeologen verrassend veel van deze bijzondere vloeren gevonden. Ze stammen allemaal uit de eerste helft van de veertiende eeuw en zijn vrijwel allemaal gemaakt met plavuizen uit de Bemuurde Weerd. Gezien de locaties waar ze zijn gevonden, zoals kerken en claustrale huizen, waren dergelijke vloeren vooral bij belangrijke geestelijken in trek. Al kan het natuurlijk ook zijn dat veel vloeren door een veranderende mode uit de particuliere huizen zijn verdwenen en daarom bij opgravingen niet meer gevonden worden.