In 2000 voerden archeologen in de binnenstad van Woerden opgravingen uit, waarbij resten van het Romeinse castellum Laurium werden gevonden. Het fort lag op een strategische plaats: op de zuidoever van de Rijn, vlakbij het punt waar het riviertje de Linschoten in die rivier uitmondde. Het fort lag op de hoger gelegen oeverwal, op een terpachtig plateau. Er werden diverse grachten gevonden met soms zware beschoeiingen.
Het onderzoek toonde aan dat misschien al in 40 na Chr. hier door de Romeinen een eerste fort is gesticht, onder keizer Caligula. Caligula (zijn naam betekent 'soldatenlaarsje', een koosnaam die hij kreeg van zijn troepen) organiseerde in die periode een aantal veldtochten tegen de Germanen. Hij bereidde eveneens een invasie voor richting Engeland.
Onder keizer Claudius (41-54 na Chr.) werd min of meer op de plek waar nu de Petruskerk ligt, een nieuw fort gebouwd. Het was een belangrijke uitvalsbasis, die regelmatig werd gemoderniseerd. Hier zijn resten van een schip, van een maalsteen, een helm, beschilderde stenen en gebruiksvoorwerpen gevonden. Zoals alle vestingen van de Romeinen werd Woerden in de loop van de vierde eeuw verlaten. De onrust in het Rijk werd zo groot, dat steeds meer troepen naar het zuiden werden gedirigeerd. Dat betekende dat Germaanse stammen een steeds grotere rol kregen in de verdediging van de rijksgrens en zich ook in deze streken permanent gingen vestigen.