De vrijheidsmutsen lagen klaar, de vrijheidsboom kon zo de grond in op het Oosteinde, de inkwartiering van de soldaten was geregeld, kortom: Hardenberg was klaar voor "vrijheid, gelijkheid en broederschap". En op 11 februari 1795 marcheerden de "Franse vrienden" onder gejuich de stad binnen.
Deel van de Bataafse Republiek
In 1795 had Frankrijk de Nederlanden bezet en "omgedoopt" tot
Bataafse Republiek. Stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland en
de patriotten kwamen aan de macht. Op 12 februari ging in
Hardenberg het "Comité van Omwenteling" de "vrije burgers" van
Hardenberg voor in de kerk. Voorman Van Riemsdijk kondigde de
verkiezing van een nieuwe stadsregering aan, maar over de manier
waarop dat zou moeten gebeuren, ontstond een hoop gekrakeel. Pas op
15 april kon er gestemd worden, maar niet door de Oranjegezinden:
die mochten niet meedoen!
Op 7 maart van dat jaar werd een deel van Schoutambt Hardenberg
afgesplitst. Dat vormde de nieuwe "municipaliteit Gramsbergen". Tot
1803 overigens, toen de scheiding alweer ongedaan werd gemaakt. Ook
had er op 31 oktober een volkstelling plaats van alle ingezetenen
van het Schoutambt Hardenberg. Op 28 oktober 1805 werd de eerste
burgemeestersvergadering in het nieuwe raadhuis (nu Historiekamer)
van Stad Hardenberg gehouden.
Deel van het koninkrijk Holland
In 1806 benoemde Napoleon zijn broer Lodewijk Napoleon tot koning van Holland. Om het veen ten noorden van de Vecht af te kunnen graven, gaf hij Willem Jan baron van Dedem toestemming om de Dedemsvaart te graven, waarmee op 9 juli 1809 begonnen werd. In datzelfde jaar kwam Lodewijk voor een tweedaags "werkbezoek" naar Hardenberg. Hij bezichtigde de vestingwerken in Loozen en Venebrugge, die in 1799 waren aangelegd om de toegangswegen naar Hardenberg en Coevorden te verdedigen tegen invallen uit het Oosten en zegde geld toe voor verbetering van de weg naar Gramsbergen en voor herstel van de brug die door een overstroming vernield was. Hij vaardigde een decreet uit dat inhield dat de Vecht bevaarbaar gemaakt moest worden voor alle tijden van het jaar, vanaf de monding tot aan de grens van het Rijk toe. Op kosten van het gemeentebestuur werd ter verhoging van de feestvreugde door de herbergiers bier en jenever geschonken aan de burgerij. Een boerenknecht uit Collendoorn bood de koning een vette kalkoen aan. De knecht hield er een borrel en een mooie herinnering aan over.
Deel van het keizerrijk
In 1810 moest Lodewijk Napoleon opstappen en werd ons land
ingelijfd bij Frankrijk. De al eerder genoemde Antonie van
Riemsdijk werd door de Fransen tot burgemeester benoemd. De
verjaardag van de keizer op 15 augustus 1813 moest nog groots
gevierd worden. Het door Van Riemsdijk opgestelde feestprogramma
werd door de predikanten 's zondags vanaf de kansel voorgelezen.
Drie maanden later echter, na de voor Napoleon ongelukkig verlopen
veldtocht in Rusland, reden de eerste Kozakken onder aanvoering van
kolonel prins Naraschkin Hardenberg en Gramsbergen binnen. In
Heemse sloegen ze hun kamp op. De Franse soldaten hadden zich,
zonder een schot te lossen, teruggetrokken op Coevorden, waar nog
wel flink gevochten werd.
De Franse tijd had een aantal maatregelen ten goede van de
bevolking gebracht, zoals de invoering van nieuwe wetboeken en een
landelijk belastingstelsel, de instelling van het kadaster en het
op orde brengen van het postwezen en de burgerlijke stand (op 30
december 1811 moesten de inwoners van Hardenberg aan een vaste
achternaam geloven). Veel minder was men te spreken over de
invoering van de militaire dienstplicht, de censuur op de drukpers
en de onverbiddelijkheid van de douanebeambten. Er werd hier
namelijk behoorlijk gesmokkeld! Met de terugkeer uit Engeland van
de prins van Oranje, de latere koning Willem I, kwam een einde aan
een veelbewogen tijdperk.