Zolang er mensen wonen in Nederland zal er handel geweest zijn
en zullen er berichten overgebracht zijn. Van de periode vóór 1200
is niet veel bekend. Noord- en Oost-Nederland hebben korte tijd
deel uitgemaakt van het Romeinse rijk. Ongetwijfeld zijn er
Romeinse legers door deze streek getrokken en lagen er ook toen
zandwegen die voor handel over grotere afstand gebruikt
werden.
Er konden in de 13de en 14de eeuw alleen maar steden ontstaan
wanneer er de nodige handelaren en ambachtslieden woonden en er dus
redelijke verbindingen waren. En die waren er ongetwijfeld, want
tussen 1200 en 1500 was er belangrijk vrachtverkeer vanaf Deventer
via Goor, Delden, Hengelo en Oldenzaal naar het oosten, totdat
Deventer door verzanding een kleinere rol als havenstad aan de
IJssel kreeg.
Knuppelweg
Bij graafwerkzaamheden in de Langestraat en de Molenstraat te
Delden in 1988 werd er een knuppelweg gevonden, een bestrating van
drie of vier lagen houten stammetjes die tussen 1275 en 1380
aangelegd moet zijn. In dezelfde periode kreeg Delden ook het
stadsrecht.
Dergelijke knuppelwegen kwamen ook in andere plaatsen voor, onder
meer in Borne en Haaksbergen. In de 16de eeuw werd de Bandijk in
Goor nog op die manier bestraat.
Soorten wegen
Lange tijd maakten ook de uit Duitsland afkomstige Hessische
kooplieden met hun brede wagens gebruik van deze wegen. Een
verschil in spoorbreedte was slecht voor de wegen, die daardoor
stuk gereden werden. Vanaf 1600 werd het Hollandse wagenspoor van
1,28 m. in grote delen van de Nederlanden verplicht en vanaf 1691
ook in Overijssel, zodat alleen wagens met de smallere spoorbreedte
van de zandwegen gebruik mochten maken. Daardoor weken de Hessen
uit naar speciale Hessenwegen, die in deze provincie niet meer door
Twente liepen, maar alleen via Hardenberg naar Zwolle.
Ook al verplaatste het vrachtverkeer zich, de weg bleef belangrijk
als hoofdroute voor personen- en postverkeer. Zo was Delden een
plaats waar men na een dagrit met de postkoets of diligence de
nacht doorbracht. Dit is te zien aan het grote aantal logementen
waarover Delden beschikte. Op het huis De Kroon (anno
1764) aan de Markt in Delden is nog altijd een gevelsteen met een
posthoorn te zien.
Tol
Tollen zorgden voor de mogelijkheid de wegen te onderhouden, onder andere in Goor en Delden. Vooral de Bandijk door het moerassige gebied rond Goor vergde nogal wat onderhoud, waaraan veel Twentse plaatsen moesten meebetalen. Dit laatste werd vaak tegengewerkt, een vorm van protest.
Straatwegen en spoorlijnen
Toen Nederland tussen 1810 en 1813 deel uitmaakte van het Franse
keizerrijk werd de weg van Amsterdam via Deventer naar Munster een
imperiale weg, een soort rijksweg. Dergelijke wegen
moesten bestraat worden en in 1826 kwam de klinkerbestrating tot
Oldenzaal gereed. Vanaf toen lag er dus een straatweg in Twente.
Voor het onderhoud kwamen er nog enkele tolplaatsen bij, maar in
1900 werden die voor rijkswegen afgeschaft.
Met de komst van de spoorwegen was Arnhem vanaf 1844 het
dichtstbijzijnde station voor Twente. De kortste weg van Goor naar
Zutphen liep via Lochem en was daarmee lange tijd belangrijker dan
de straatweg naar Deventer. In 1865 kwam ongeveer parallel aan die
weg een spoorlijn tot stand. Ook die bleef tot 1888 belangrijker
dan de verbinding met Deventer, want toen kreeg Deventer pas een
spoorverbinding met Amsterdam. Verder had Zutphen vanaf 1866 een
vaste verkeersbrug over de IJssel, terwijl Deventer tot 1943 een
schipbrug hield, die bovendien minder geschikt was voor het
vrachtautoverkeer van de eerste helft van de 20ste eeuw.
De spoorwegen namen vanaf 1865 veel goederen- en personenvervoer
over. Pas toen het verkeer na de Tweede Wereldoorlog een enorme
vlucht nam, kwamen er plannen voor een betere verbinding, vooral
omdat de situatie onhoudbaar werd in Markelo, maar ook vanwege de
smalle straten van Goor en Delden.
Protesten
Van 1974 tot 1978 kwam de A1 tussen Holten en Azelo gereed, de rondweg om Delden in 1972. Maar dat alles ging niet zonder protest. In Goor werden in 1970 na dodelijke ongelukken op de E8 door de binnenstad grote doodskoppen op de weg geschilderd en bereikte men dat het vachtverkeer in één richting werd omgeleid. In Delden werd in 1971 ook hevig tegen het E8-verkeer door de smalle Langestraat geprotesteerd, zodat de rondweg versneld werd aangelegd en het jaar daarop gereedkwam. Het tracé van de A1 moest bij Markelo verlegd worden na felle protesten over de bedreigde jeneverbessen en bijzondere paddenstoelen van het natuurgebied De Borkeld. In hetzelfde jaar 1971 werd er een Actiecomité Spaar Twickel opgericht om te voorkomen dat de S23 van Almelo naar Hengelo dwars door het bosgebied van Twickel zou worden aangelegd. De opzet slaagde: de weg ging niet door en het comité is blijven bestaan als de Vereniging Vrienden van Twickel. Het waren roerige tijden, maar de protesten van de inmiddels zeer mondige burgers bereikten hun doel.