Het transport van zieken vond plaats met een vreemdsoortige ouderwetse ambulance-wagen, die van voren heel lage en van achteren hoge wielen had. Er was er slechts één in de stad; de wagen werd door een paard getrokken en de patiënt schommelde in een soortement kooi-van-Huyghens die cardanisch was opgehangen om de arme patiënt in evenwicht te houden. [Vries, Th.J. de, Geschiedenis van Zwolle (Zwolle 1961)].
Een ritje per ambulance in het midden van de 19de eeuw moet geen pretje geweest zijn. En de behandeling van ernstige aandoeningen zeer waarschijnlijk ook niet. De afloop was ongewis. Ruim 150 jaar later kunnen patiënten hun behandeling aanzienlijk geruster tegemoet zien. Zwolle beschikt met de Isala klinieken over een landelijk gerespecteerd en gewaardeerd ziekenhuis dat niet alleen hoogwaardige basiszorg biedt, maar zich met topklinische functies, zoals hart- en neurochirurgie en dialyse, kan meten met de academische ziekenhuizen in ons land.
Een kleine terugblik. Welgestelde Zwollenaren lieten eertijds een arts aan huis komen en daar vond dan de hele behandeling plaats. Dat was niet weggelegd voor het grootste deel van de Zwolse bevolking. Zij waren overgeleverd aan de ziekenzorg die de kerk en liefdadigheidsinstellingen boden. Zo was er in de Nieuwstraat, naast het Pestengasthuis, sinds 1824 een klein hospitaal voor hervormde armen. Katholieken konden terecht in het ziekenhuis aan het Gasthuisplein, dat de Zusters van Liefde uit Tilburg daar in 1848 hadden geopend. Elke vergelijking met tegenwoordige ziekenhuizen gaat mank. Er werden slechts enkele tientallen patiënten verpleegd en de kennis van ziekten was minimaal. Baanbrekende inzichten over ziekten en hun bestrijding, zoals die van infectieziekten als cholera, pokken en tyfus ontstonden pas laat in de 19de eeuw.
In Zwolle werd de eerste stap in de richting van een modern
ziekenhuis gezet op 1 oktober 1884, toen het gemeentelijke Sophia
Ziekenhuis werd gebouwd op de Bagijneweide bij de Rhijnvis
Feithlaan. Het ziekenhuis was genoemd naar wijlen koningin Sophia,
die een aantal jaren eerder eens Zwolle had bezocht. Het
gemeentelijke Sophia Ziekenhuis begon met tien patiënten en één
parttime arts. In 1900 was er nog steeds één arts, naast twee
hoofdzusters en dertien verpleegsters. Zij behandelden gemiddeld 32
patiënten per dag.
Enkele jaren later, in 1897, kon dankzij de Zwolse non Judith
Helmich een katholiek ziekenhuis geopend worden in haar ouderlijk
huis aan de Melkmarkt (het Drostenhuis). In 1902 verhuisden de
nonnen naar twee herenhuizen aan het Groot Wezenland. Het nieuwe
ziekenhuis kreeg de naam Rooms-Katholiek Ziekenhuis. In 1963
veranderde die naam in ziekenhuis De Weezenlanden. In de volksmond
werd het echter nog lang "het katholieke ziekenhuis" genoemd, ook
al was de binding met de katholieke kerk allang
verminderd.
In de eerste jaren van hun bestaan was de medische zorg in de
Zwolse ziekenhuizen nog erg primitief. Een belangrijke stap
voorwaarts was de eerste chirurgische ingreep in Zwolle. Dokter
N.H. Frank voerde in 1891 met succes een blindedarmoperatie uit. In
de jaren daarna konden de twee Zwolse ziekenhuizen steeds meer
patiënten behandelen. Tussen 1905 en 1915 bijvoorbeeld steeg het
aantal verpleegdagen in het Sophia Ziekenuis van ruim 8.400 tot
bijna 30.000. Ook het aantal operaties steeg. In 1919 werden alleen
al in het Sophia Ziekenhuis 592 operaties uitgevoerd, 455 daarvan
door één arts, dr. Spanjaard. Langzamer ging het met de
salariëring. Pas in 1931 kregen de zusters van het katholieke
ziekenhuis loon. In de jaren daarvoor werd hun werk als liefdewerk
of roeping beschouwd. Kritiek was er op de inrichting van de
ziekenhuizen. In de jaren dertig merkte een Zwols raadslid op
dat het plaatselijke slachthuis luxueuzer was ingericht.
In de tweede helft van de 20ste eeuw verbeterde de ziekenzorg in
Nederland razendsnel. Ook de beide Zwolse ziekenhuizen groeiden uit
tot professionele organisaties. Zo kreeg ziekenhuis de Weezenlanden
al in 1984 toestemming voor openhartchirurgie. In de jaren 50
werd het gebouw van het Sophia Ziekenhuis te klein bevonden, maar
het zou tot 1972 duren voordat het ziekenhuis een nieuwe
huisvesting kreeg aan de Dokter van Heesweg. Ondertussen werkten
beide ziekenhuizen steeds meer samen, zodat de fusie van het Sophia
Ziekenhuis met ziekenhuis de Weezenlanden in 1998 voor de hand lag.
De nieuwe naam Isala klinieken is ontleend aan de oude benaming
"Isala" voor de rivier de IJssel.
Op dit moment beschikken de Isala klinieken over 1004 bedden met een gemiddelde bezettingsgraad van 90%. De gemiddelde verpleegduur is 6 dagen en het aantal verpleegdagen is gegroeid tot ruim 240.000, dat is acht keer zoveel als in 1915. De Isala klinieken zijn met bijna 6.000 werknemers veruit de grootste werkgever van Zwolle. De komende jaren wordt een nieuw ziekenhuis gebouwd op de locatie Sophia. Dagelijks zullen daar vanaf omstreeks 2013 zo'n 15.000 patiënten, medewerkers en bezoekers worden ontvangen. De locatie Weezenlanden zal dan verdwijnen. De twee ziekenhuizen waarmee de geschiedenis van de moderne Zwolse ziekenzorg ooit begon, zijn dan niet alleen in naam en organisatie tot elkaar gekomen, maar ook wat betreft hun locatie.