We zijn zo langzamerhand midden in Zwolle's saneringsgebied gekomen: veel van het noordelijk stadsdeel is al gesloopt, de rest zal spoedig volgen. Als de vogel Phoenix, die in dit gedeelte van de stad als gevelsteen te vinden is, zal Zwolle hier hopelijk mooier dan tevoren uit zijn as herrijzen. Er valt over de afbraak niet veel te treuren, want op enkele uitzonderingen na viel er niet veel architectonisch stedeschoon te genieten. (…) De R.K. St. Michaëlskerk, de in 1892-1893 gebouwde kerk op de hoek van de Nieuwstraat en Roggenstraat met zijn 78 meter hoge toren (…) is nu gesloopt. [Berkenvelder, F.C., Zo was Zwolle rond 1900 (Zwolle 1970)].
Mogelijk doelde oud-stadsarchivaris Berkenvelder op de Sint
Michaëlskerk als één van de weinige voorbeelden van
"architectonisch stedeschoon" in het noordelijk deel van de
binnenstad. Het gebouw dat voor de gesloopte kerk in de plaats
kwam, het warenhuis van Vroom en Dreesmann, behoort daar
volgens menige Zwollenaar zeker niet toe. Al te veel protest is er
in 1965 bij de sloop van de Sint Michaëlskerk niet geweest. De tijd
van de mondige Zwollenaar die niet elk besluit van de gemeente over
zijn kant laat gaan, was nog niet aangebroken. Maar zelfs dat is,
met de blik van tegenwoordig gezien, nog geen verontschuldiging
voor de vernietiging van de vele fraaie beelden en ornamenten in de
kerk, zoals het 8 m hoge Thomas a Kempismonument van
beeldhouwer W. Mengelberg. De sloop van de Sint Michaëlskerk was
een soort beeldenstorm van de nieuwe tijd.
Waar een einde is, is een begin. De bouw van de neogotische Sint
Michaëlskerk was een indirect gevolg van de emancipatie van de
katholieken in de tweede helft van de 19de eeuw. Er kwamen niet
alleen meer katholieken in Zwolle, maar ook steeds meer katholieke
organisaties. Ook de behoefte aan katholieke kerken werd groter. In
de binnenstad waren er twee, de middeleeuwse Onze Lieve Vrouwekerk
aan de Ossenmarkt en de in 1848 gebouwde Sint Michaëlskerk aan de
Nieuwstraat (nu het Sint Jozefgebouw). Die laatste kerk bleek al
snel te klein. Pastoor Nicolaas van Balen nam het initiatief tot de
bouw van een nieuwe kerk die zou verrijzen op de hoek van de
Nieuwstraat en de Roggenstraat. Naar een ontwerp van architect N.
Molenaar uit Den Haag werd een neogotische hallenkerk gebouwd, die
in september 1892 werd ingewijd. De kerk zou in de 73 jaar van haar
bestaan vele parochianen trekken en enige allure geven aan dit deel
van de binnenstad.
De beslissing de kerk en het oude stadsdeel daaromheen te slopen, was weloverwogen genomen. De gemeente vond, net als overal in Nederland, in de jaren zestig de combinatie van wonen en werken op een relatief klein gebied niet langer te verenigen met de eisen van een moderne stad. Ook nu nog zien stadsbesturen deze functies liefst gescheiden. De binnenstad kreeg een nieuwe bestemming: de nadruk kwam te liggen op winkels, kantoren, banken en horeca. De bewoners van de binnenstad vertrokken in snel tempo naar nieuwe wijken als Holtenbroek en de Aa-landen. Tegelijkertijd vertrokken allerlei bedrijven en bedrijfjes van de binnenstad naar plekken die meer ruimte boden en bovendien een betere infrastructuur hadden. Ze vonden die bijvoorbeeld op de industrieterreinen die in die tijd in Zwolle werden aangelegd. De uittocht van bewoners en traditionele Zwolse bedrijven in de jaren zestig maakte een einde aan de eeuwenoude verstrengeling tussen wonen en werken in het centrum van de stad.
In zekere zin is de Sintt Michaëlskerk ook het slachtoffer
geworden van de concurrentie met die andere katholieke kerk in de
binnenstad, de Onze Lieve Vrouwekerk. Eén kerk was voldoende voor
de binnenstad, vonden de kerkbestuurders in de jaren zestig.
Ondanks protesten van de parochianen van de populaire kerk ging het
kerkbestuur mee met de saneringsplannen van de gemeente. Er zou een
nieuwe kerk worden gebouwd op de hoek van de Middelweg en de
Eindstraat, één van de armoedigste delen van Zwolle en ook dat was
tegen het zere been van de parochianen. Maar de plannen gingen
door, de St. Michaëlskerk in de binnenstad werd gesloopt en een
nieuwe kerk, met dezelfde naam, verrees in Dieze aan de latere
Bisschop Willebrandlaan, plechtig ingewijd door kardinaal Alferink
op 7 maart 1964.
Zo kreeg Zwolle voor de vierde keer in zijn geschiedenis een Sint
Michaëlskerk (de eerste staat nog steeds aan de Grote Markt). Door
de ontkerkelijking in de laatste decennia werd sluiting van de
relatief nieuwe kerk onvermijdelijk. In 2005 was het zover. De kerk
werd gesloten en de daar bewaarde relieken van Thomas a Kempis
werden in 2006 overgebracht naar de Onze Lieve Vrouwebasiliek aan
de Ossenmarkt. Met de sluiting van de nieuwe Sint Michaëlskerk aan
de Bisschop Willebrandlaan en de samenvoeging van de Zwolse
parochies tot de parochie Thomas a Kempis, kwam een einde aan ruim
1.000 jaar geschiedenis van de Michaëlparochie in
Zwolle.
Degene aan wie de kerk gewijd was, aartsengel Michaël, verdween niet uit de stad. Michaël is een drakendoder en zielenweger aan de rechterhand van God. Hij is een machtige beschermer tegen het kwaad, die niet voor niets geharnast en met een zwaard afgebeeld wordt. De keuze in de vroege Middeleeuwen voor hem als schutspatroon van de stad is opmerkelijk omdat de meeste kerken in de omgeving van Zwolle aan Sint Nicolaas zijn gewijd, de patroon van de koopvaarders en zeelieden. De afbeelding van Sint Michaël komt voor op vele miniaturen in middeleeuwse handschriften en op schilderijen en tekeningen uit die tijd. In het Stedelijk Museum Zwolle aan de Melkmarkt zijn meer afbeeldingen van Sint Michaël te zien op munten, zilveren voorwerpen en lakzegels. Op de Grote Markt troont Michaël boven het voorportaal van de Grote Kerk. En in de Onze Lieve Vrouwebasiliek bevindt zich nog steeds een beeld van Sint Michaël, dat ooit bovenop de Diezerpoort stond om te waken over het welzijn van de stad en zijn burgers.