"Ons Indië"
In de 19de eeuw was Indonesië een kolonie van Nederland. Dat betekende dat Nederland er de baas was. Ze noemden het land Nederlands-Indië. De Nederlandse regering wilde veel geld verdienen met de kolonie. Daarom liet de regering de boeren suiker, koffie, thee en specerijen zoals nootmuskaat en peper verbouwen. Deze etenswaren konden voor veel geld aan andere landen verkocht worden. De boeren zagen niks van dit geld terug. Zij moesten zelfs zo hard werken, dat ze nauwelijks tijd hadden om hun eigen eten te verbouwen.
Tweede Wereldoorlog
Steeds meer Nederlanders kozen er voor om in de kolonie te gaan wonen. Ze woonden in mooie huizen met Indische bedienden. Tot in 1942 de Tweede Wereldoorlog ook in Azië uitbrak. Vrienden van de Duitsers, de Japanners, bezetten Nederlands‒Indië en stopten de Nederlanders in kampen, waar ze slecht behandeld werden.
Vrijheid?
Na de Tweede Wereldoorlog wilden de Indonesiërs niet langer dat Nederland over hun land besliste. Ze wilden vrij zijn. De Nederlandse regering was het hier niet mee eens. Daarom stuurde ze veel soldaten, onder wie mannen uit de gemeente Staphorst, naar Indonesië. De soldaten moesten ervoor zorgen dat de Indonesiërs weer naar de Nederlandse regering zouden luisteren.
Korte oorlog
Maar de Indonesiërs wilden vrij zijn. Daarom vochten ze terug tegen de Nederlandse soldaten. Het lukte de Nederlandse soldaten niet om van de Indiërs te winnen. Daarom liet de Nederlandse regering op 27 december 1949 aan de Indonesiërs weten dat ze nu zelf de baas in hun eigen land mochten zijn.
Gesneuveld
Er gingen ongeveer 100.000 soldaten naar Indonesië. Daarvan kwamen er 79 uit de gemeente Staphorst. Eén Staphorster soldaat, Hendrik Huls, overleed in 1949 op het Indonesische eiland Java. De andere mannen keerden behouden terug naar huis.