Reizen over land en water

Tol betalen

Tijd van steden en staten

De Yhorsterbrugge

In 1458 werd er tussen IJhorst en De Wijk een bruggetje over de Reest gebouwd. Hoewel de brug maar uit een paar planken bestond, mocht je niet zomaar naar de overkant. Je moest eerst tol betalen. De tol ging naar de landsheer. Dat was de baas van het gebied. Hij gebruikte een deel van het geld om de wegen te verbeteren.

Tolhuizen

Tol betalen was in Nederland ook na de Middeleeuwen de normaalste zaak van de wereld. Langs veel wegen en bruggen stond een tolhuisje. Er was bijvoorbeeld een tol te vinden aan de Schotsweg in IJhorst, in Staphorst op De Hoek en in Rouveen, vlakbij De Lichtmis. Je betaalde de tol aan de tolgaarder.

Vijf cent voor een koe

Veel boeren gingen vroeger naar de markt in Meppel. De enige weg van Staphorst naar Meppel liep over het land van Lucas Reggers. Daarom moest iedereen die over de weg wilde, tol aan Lucas betalen. Als je betaald had, deed hij de slagboom voor je open. Niet alleen mensen moesten tol betalen. Een rijtuig kostte 10 cent, een los paard en een koe 5 cent en voor een varken, schaap en voetganger moest 2,5 cent betaald worden.