Wolter Jan Gerrit Bentinck

Van landrot tot zeeheld

Tijd van pruiken en revoluties

Wolter Bentinck, op 30 juli 1745 geboren op het huis Schoonheten, trad als jongetje van 12 jaar als adelborst in dienst bij de admiraliteit te Amsterdam. Hij volgde daarmee de weg die ook zijn broer Willem Hendrik bewandelde. Het was overigens niet gebruikelijk dat een Bentinck de zee op ging. Als zij al een militaire loopbaan volgden, was dat bij de landmacht. Wolters opleiding zou voorspoedig zijn verlopen. Na eerst tot kapitein te zijn bevorderd, kreeg hij op 26 november 1766, hij was toen pas 21 jaar, zijn benoeming tot commandant op één van de oorlogsschepen van de admiraliteit. Zijn eerste aansprekende wapenfeiten leverde hij in 1776 in de Straat van Gibraltar tegen Marokkaanse kapers, die in opdracht van de sultan koopvaarders enteren en plunderden. Met zijn schip de Venus, een oorlogsschip met 24 stukken geschut, joeg hij in dat jaar twee Marokkaanse kapers op de klippen en loodste hij meer dan 100 koopvaarders veilig door de Straat van Gibraltar.

Commandant op de Batavier

Zijn grootste bekendheid en tevens zijn laatste wapenfeit kreeg hij op 5 augustus 1781 in de Slag bij Doggersbank, een zeeslag in de zogeheten Vierde Engelse oorlog. Deze oorlog was een gevolg van de Amerikaanse Vrijheidsoorlog (1775-1783), waarin de Nederlanders de rebellen in de Amerikaanse koloniën steunden door aan hen, tot woede van de Engelsen, via onze kolonie Sint Eustatius, wapens en munitie te verkopen. Dit leidde ertoe dat de Engelsen in 1780 de republiek eenzijdig de oorlog verklaarden en vanaf dat moment de Nederlandse koopvaardijvloot belemmerden over zee handel te drijven. De Nederlandse oorlogsvloot kreeg opdracht de koopvaardij te escorteren en te voorkomen dat zij door de Engelsen werden aangehouden. Op 20 juli 1781 voer Wolter Bentinck, onder bevel van schout bij nacht Johan Arnold Zoutman, uit als commandant op de Batavier, een linieschip met een bemanning van 300 koppen en 54 stukken geschut. Op 1 augustus voegden 71 koopvaarders zich bij het eskader. Op 5 augustus kregen zij in de vroege ochtend een Engels konvooi van meer dan 200 schepen in het vizier, onder bescherming van tien linieschepen, vier fregatten en vier kotters. Alles werd in stelling gebracht en 2 uur later viel het eerste schot, afkomstig van het Engelse vlaggenschip de Fortitude van de vice admiraal Hyde Parker. Het gevecht barstte daarna in alle hevigheid los. Wolter Bentinck lag met de Batavier in het midden van de linie met voor zich de Admiraal de Ruyter en achter zich de Argo. Door de laatste wending was Bentinck tegenover de veel sterkere Buffalo van kapitein Truscott komen te liggen. De Engelse vloot was veel beter bewapend dan de Nederlandse, en kon per salvo 541 pond meer ijzer verschieten. Door sneller te wenden en drie salvo's tegen twee van de Engelsen te vuren, konden de Nederlanders het verschil verminderen.

Heldendood

Na 1 uur strijd raakte Bentinck op het halfdek ernstig gewond aan rug en schouder. Een bewaard gebleven medisch rapport vermeldt dat hij een verwonding had opgelopen met een doorsnede van 12 duimen. Bentinck moest het commando overdragen en deed dit met de boodschap "Liever alles te wagen en te vergaan dan te strijken of te vluchten". Later in de strijd keeg de Batavier het nog zwaarder te verduren door een aanval van drie schepen tegelijk, waaronder de Fortitude met 78 stukken geschut. Na bijna 4 uur strijd telde de Batavier achttien doden en 49 gewonden en moest, door brand stuurloos geworden, naar Texel terug worden gesleept. Wolter Bentinck werd zwaar gewond met een fregat naar Amsterdam verscheept, waar hij in de nacht van 23 op 24 augustus overleed, na 5 dagen daarvoor te zijn benoemd tot buitengewoon schout bij nacht. Voor zijn verdiensten kreeg Wolter Bentinck een staatsbegrafenis en werd hij onder enorme belangstelling begraven op het koor van de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Ter gedachtenis aan Wolter is op kosten van de admiraliteit een praalgraf in de kerk geplaatst en kregen alle officieren een medaille met het opschrift "Deugds beloning op hoog gezag".