Op paasmaandag is het na afloop van de kerkdienst een drukte van belang op het Kerkplein in Ommen. Honderden mensen verzamelen zich voor het traditionele eiertikken. Bij het tikken is het de kunst om het ei van je tegenstander kapot te tikken en je eigen exemplaar heel te houden. De één slaat met de scherpe punt van het ei op dezelfde zijde van het exemplaar dat zijn tegenstander in de vuist geklemd houdt. Vervolgens is de ander aan de beurt voor een duel tussen de beide stompe kanten. Bij gelijkspel volgt de beslissende slag tussen de scherpe en stompe kant. De winnaar mag het ei van zijn tegenstander houden. Om oneerlijke concurrentie tegen te gaan, worden de eieren allemaal gelijk gekookt en van een kleurtje voorzien. De familie Martens zorgt al bijna honderd jaar voor de bereiding en verkoop van de eieren. Ommen is de enige plaats in Nederland waar dit oude volksvermaak nog voorkomt. Het vond zijn oorsprong in de gewoonte om met Pasen zich aan eieren eten te buiten te gaan.
Haantjes en paasvuren
De zaterdag voor palmzondag wordt er in Ommen een palmpaasoptocht gehouden. Een hele schare kinderen loopt achter het muziekkorps aan, met een broodhaantje op een stok. Het traditionele liedje dat hierbij hoort luidt: "palm-palm-pasen, ei-koer-ei, as 't nog iene zundag is, kriege wi'j een ei." De stokken en haantjes zijn min of meer versierd volgens de richtlijnen van de vereniging Oll Ommer, die zich inzet voor het behoud van de plaatselijke folklore. Enkele leden van de vereniging keuren voorafgaand aan de optocht de creaties van de kinderen, waarna de prijzen worden toegekend. Tijdens de paasdagen volgt de traditionele verbranding van snoeiafval. Op paasmaandag vlammen de paasvuren in de verschillende buurschappen rondom Ommen hoog op. In het katholieke Vilsteren brandt het paasvuur al op zondagavond.
Zuute plassies
Elk zich zelf respecterende stad of dorp heeft een plaatselijke specialiteit of lekkernij. Meestal kun je zo'n specialiteit in allerlei verpakkingen het hele jaar door kopen, maar in Ommen niet. De "zuute plassies" zijn alleen verkrijgbaar in de Sinterklaastijd. Het is een rond broodje van tarwemeel, stroop en anijs. Het broodje is waarschijnlijk in het midden van de 19de eeuw door de plaatselijke bakkers vorm en smaak gegeven. Oud Ommenaren komen van heinde en verre om rond Sinterklaas een voorraadje van deze "zuute plassies" in te slaan. Waar de naam van het broodje vandaan komt, is evenzeer een geheim als het recept ervan.
Slepen en schieten
Rond de jaarwisseling houden de Ommenaren verschillende tradities hoog. Vooral in de buurschappen steekt op oudejaarsnacht zo af en toe nog het fenomeen "slepen" de kop op. Alles wat los en soms ook een beetje vastzit op een boerenerf wordt meegenomen. De voorwerpen krijgen een nieuwe plaats op een ludieke locatie, bijvoorbeeld aan de kerktoren. De eigenaar kan zijn spullen de volgende dag zelf weer terugslepen. Ook de "knieperties" horen van oudsher bij de jaarwisseling. Dit zijn ronde, dunne krokante wafels. Vroeger werden ze gebakken in gietijzeren knijpijzers boven een open vuur. Deze ijzers met allerlei sierlijke afbeeldingen hebben inmiddels plaats gemaakt voor elektrische ijzers met een simpel ruitmotiefje. Direct na het bakken van de wafels kunnen deze rond een stokje opgerold worden. In december eet je het "kniepertie" plat als teken van een afgerond jaar; met Nieuwjaar als een rolletje, want het jaar moet zich nog ontvouwen. Op oudejaarsavond of "Töaefelties aovend" stond er traditiegetrouw oliebollen, koek en vlees op tafel. Met de hele familie wordt het jaar uitgezeten, terwijl buiten de doffe dreunen van het carbid schieten met melkbussen klinken. Niet één, maar liefst een hele batterij melkbussen op rij. Sommigen ruilen de bus in voor een complete giertank bespannen met landbouwplastic. Zo knallen en eten de Ommenaren zich het nieuwe jaar in.