Het is een eenvoudig boekje met 15 beschreven bladzijden, maar het document uit 1826 biedt een schat aan informatie over de geschiedenis van de Vriezenveense Rusluie. Het verhaalt over de reis van Vriezenveen naar Sint-Petersburg per paard en wagen door de 14-jarige Jacob Zacharias Urzinus Kruys. De Vriezenveense jongeling beschrijft op beknopte wijze zijn eerste buitenlandse reis met drie oudere Rusluie, Lucas Brouwer, Egbertus Engberts en Hendrik Smelt. Het is een vrije nuchtere opsomming van tijden, data, plaatsen en reiservaringen, die de Jacob in een sierlijk handschrift aan het papier toevertrouwde.
Uniek dagboek
Het geschrift vermeldt nauwkeurig alle steden, dorpen en
gehuchten die de reisgezellen passeren: 90 stuks in totaal. Een
greep uit de lange rij plaatsen: Bentheim, Osnabrück, Hildesheim,
Braunschweig, Maagdenburg, Brandenburg, Berlijn, Kustrin,
Königsbergen, Riga en Narva. De exacte tijden en rustpauzes, het
verwisselen van paarden (62 keer) en de toestand van de wegen. De
reis begon op 13 juli 1826 en eindigde na 15 dagen in
Sint-Petersburg. Bijzonder representatief voor de reizen van de
Rusluie naar Sint-Petersburg was dit niet. In de Franse tijd was
namelijk om militaire redenen een begin gemaakt met het aanleggen
van een doorgaande wegenstructuur in Europa. Voorheen waren de
Rusluie wel 4 tot 6 weken onderweg voordat
Sint-Petersburg in zicht kwam. Zo vertelt het reisboekje over
ondernemende Vriezenveners, die op een bijzondere wijze hun grenzen
wisten te verleggen.
Jachtgeweer en veldbedden
Niet voor niets ging er ook een jachtgeweer mee op reis, want
de wagen kon onderweg nog wel eens door struikrovers of wilde
dieren worden overvallen. Er werden opklapbare veldbedden
meegenomen waarop men tijdens de reis even kon rusten; wanneer deze
waren opgeklapt, konden ze als tafeltje worden gebruikt. Logementen
werden nauwelijks bezocht. Twee van deze veldbedden zijn op de
Russische afdeling van het Historisch Museum te Vriezenveen te
bezichtigen. Door het reisdocument van Claas Kruys krijgen we meer
inzicht in de manier waarop de Vriezenveense Rusluie hun barre
tochten maakten. Het is heel bijzonder te zien hoe een 14-jarige
jongen, die in de voetsporen van zijn familie en dorpsgenoten werd
ondergedompeld in de handel en wandel van Vriezenveense kooplieden,
zich een plaats verwierf in de handelskolonie in dat verre
Sint-Petersburg. Keer op keer overbrugde men de immense afstand van
ongeveer 2.400 km over hobbelige en stoffige wegen om de Russische
handelscontacten en banden met het thuisfront in stand te houden.
Door de opkomst van de stoomtrein en de stoomboot verdween de
handelsroute over land in de 19de eeuw en daarmee de avontuurlijke
tochten met paard en wagen.
De nieuwe Rusluie
De reisbeschrijving van Kruys heeft diverse mensen aangespoord
tot navolging. In 1966 trokken vier Utrechtse studenten met trekker
en huifkar naar Rusland. Zij deden op hun reis ook Vriezenveen aan.
Het Russische verkeersbureau Intourist noemde het stel de meest
ongedisciplineerde toeristen van de eeuw. In 1992 herhaalden Gerrit
Haakmeester, Willy Pot en Aloys Goosens als koetsiers en de
journalist Dirk Willem Rosie met paard en wagen in 25 dagen de reis
van Vriezenveen naar Sint-Petersburg. In 2002 fietsten de heren
Henk Wullink, Jan Pieter Ooms en Reinier Masselink in ruim 3 weken
van Sint-Petersburg terug naar Vriezenveen. In 2007 stapt Jan
Wopereis uit Borne met zes fietsvrienden op het vliegtuig naar
Sint-Petersburg; zij fietsen in 4 weken terug naar Vriezenveen.