In 1918 sloeg de Spaanse Griep toe in de wereld. Ook in de gemeente Hoogeveen maakte de griep in de maanden oktober en november van dat jaar veel slachtoffers. De gevolgen waren groot. In Hoogeveen stierven ongeveer 150 mensen aan deze ernstige vorm van griep. De toenmalige bevolking realiseerde zich amper wat er gebeurde, zo snel ging het. Men durfde als buren elkaars zieken niet meer te verzorgen en elkaars doden niet meer te begraven.
De griep heeft dan ook grote invloed gehad op het omgaan met ziekte en dood in de gemeente. Een van de gevolgen was de oprichting van begrafenisverenigingen. De Spaanse Griep was één van de invloeden die er voor gezorgd heeft dat er moderne manieren van ziekenzorg kwamen, zoals bijvoorbeeld de wijkverpleging. Maar ook andere vi-sies op gezondheid en welzijn hebben sterk bijgedragen aan de ver-anderingen bij ziekte en welzijn, die zich versneld in de eerste helft van de twintigste eeuw voordeden.
Het was niet voor de eerste keer dat Hoogeveen werd getroffen door een epidemie. Zo hield in de zestiende eeuw de pest nogal huis in Pesse. Het was zo erg, dat er een noodkerkhof werd ingericht. Beducht als men was voor de pokken, werden rond 1800 al vaccinatieprogramma's ingesteld. Schoolkinderen moesten verplicht ingeënt worden, maar ook de bewoners van het armwerkhuis werden gevaccineerd tegen de pokken. De Afgescheidenen weigerden op religieuze gronden hun kinderen te laten inenten.
Als rond 1830 via Azië de cholera Europa binnenkomt, duurt het maar even of de cholera is ook in de Nederlanden. Met al haar water en een veel reizende schippersbevolking trof de cholera ook de Hoogeveense gemeenschap. Choleralijders werden aanvankelijk over-gebracht naar het speciale choleraziekenhuis in Zwartsluis. Dit was echter geen ideale situatie. Voor lijders aan de cholera werd er 1866 in een van de diaconiehuisjes in de Korremorre (omgeving Willemskade) een choleraziekenhuisje opgericht. Tot de sluiting van het ziekenhuisje in 1914 werden hier trouwens maar twee patiënten verpleegd. In 1914 werd het door de Vereeniging tot bevordering van Gereformeerde Ziekenverzorging in Nederland gebouwde ziekenhuis "Bethesda" aan de Schutstraat geopend.
Niet alleen epidemieën eisten hun tol. Door slechte voeding, gebrekkige kennis en slechte hygiëne kwam kindersterfte veel voor. Voor vrouwen was het krijgen van kinderen sowieso een riskante gebeurtenis. Menig vrouw stierf in het kraambed. Hoogeveen had in de zeventiende eeuw al een chirurgijn en in de achttiende eeuw al een dokter, apotheek en vroedvrouw maar dat wilde niet zeggen dat altijd alles even gladjes verliep. Door wantoestanden rond één van de vroedvrouwen, kreeg Hoogeveen in de tweede helft van de achttiende eeuw al een reglement op de vroedvrouwen. Alleen gediplomeerde vroedvrouwen mochten in het vervolg het beroep uitoefenen.