Zoek je huis eens op Google Earth (of Maps). Denk je dat de kaart er vroeger ook zo uit zag?
Wie bepaalt er eigenlijk waar de grens ligt van een dorp, gemeente of provincie?
Het begin van grenzen
Ongeveer 100 jaar voor Christus vestigden Germaanse stammen zich in Drenthe. De mooiste plek voor de mensen was op droge grond in de buurt van een riviertje. Iedereen van dat dorp mocht zich in het riviertje wassen en in het gebied rond het dorp bramen plukken van de struiken die er groeiden. Grenzen waren toen nog niet zo belangrijk.
Later gingen mensen gewassen verbouwen en vee houden. Op dat moment werd het wel belangrijk om te weten waar de grens lag van het land. Een afgebakend gebied werd een boermarke genoemd. De grens van het gebied heette markegrens. Grenzen werden zichtbaar gemaakt met markestenen. In de dertiende eeuw werden regels opgesteld voor het gebruik van de gronden.
Samen werken, samen delen
De boeren werkten op het land veel samen. Ze brachten omheiningen aan. Ze ploegden het land. En ze zaaiden en oogstten in dezelfde periode. Als er een klus was of als er overlegd moest worden blies één van de boeren op de boerhoorn. Het getoeter van de hoorn was in het hele dorp te horen. Zodra de boeren het geluid van de boerhoorn hoorden, snelden ze naar de brink. Daar kregen ze te horen wat er aan de hand was.
Eigenerfden - rijke boeren
In de boermarke woonden arme en rijke boeren. De rijke boeren hadden een eigen boerderij met daarbij een erf. Daarom werden zij eigenerfde boeren genoemd. Samen bezaten zij alle gebieden die rond het dorp lagen. Elke rijke boer kreeg een stuk van het omliggende gebied, een zogeheten waardeel. Hoe rijker een boer was, hoe groter zijn aandeel van het gemeenschappelijke bezit. Op de gemeenschappelijke gronden mochten de eigenerfde boeren hout kappen en vee laten grazen. Maar er waren ook plichten, de boeren moesten het land en de omheiningen onderhouden. Ook moesten de eigenerfde boeren de meeste nieuwe bomen planten.
'Wandelende' Markestenen
Over de precieze grens van de boermarke was vaak ruzie tussen de verschillende boermarken. Iedereen wilde een zo groot mogelijk gebied. De markestenen werden dan ook vaak verplaatst. Maar soms werd de grens om een andere reden verlegd, zoals blijkt uit het volgende verhaal: Op het land van de boermarke van Peest is het lichaam van een dode vrouw gevonden. Uit angst voor straf en de hoge kosten van de begrafenis zeggen de Peestenaren dat het lijk op het land van de boermarke van Zeijen ligt. De inwoners van Zeijen zijn slim. Ze begraven de vrouw en plaatsen een paal, de zogenaamde 'lebstoak', op de vindplaats van het lijk. Voortaan ligt hier de grens van hun boermarke.
Ook nu nog
In 1811 werd Drenthe opgedeeld in gemeenten. Toen werd een deel van het onderhoud van het land een taak van de gemeente. Toch zijn er vandaag de dag nog steeds boermarken in Drenthe. Er zijn nog 87 actieve en zelfstandige boermarken. Soms hebben ze nog een brink in eigendom of landbouwwerktuigen die door de leden gebruikt kunnen worden. Ook zijn boermarken nauw betrokken bij de organisatie van activiteiten in het dorp, bijvoorbeeld de jaarlijkse paardenmarkt.