In de 14e eeuw liet klooster Aduard het Aduarderdiep graven, mogelijk in fasen. Het liep dwars door het eiland Middag. Het kanaal ligt tussen het Hoendiep bij Hoogkerk en het noordelijk gelegen Reitdiep, waar het afwatert door afwateringssluizen, de Aduarderzijlen. Het was nodig geworden omdat de afwatering van Noord-Drenthe en Middag door het dichtslibben van de natuurlijke geulen in Middag steeds moeizamer verliep. Het gevolg was wateroverlast.
Vele afwateringssluizen lagen in de zeekerende dijken op plaatsen waar het binnenwater uitmondde in het Reitdiep. De sluizen werden in het Gronings aangeduid als `zijlen': Aduarderzijl, Schaphalsterzijl, Oldenzijl, Kommerzijl, Schouwerzijl, Wetsingerzijl en Munnekezijl. De zijlen voerden het overtollige water uit het bedijkte achterland af en hielden het dreigende zeewater buiten de dijken. Ze bleven in functie tot 1877, toen de sluizen bij Zoutkamp het Reitdiep afsloten van de zee.
Aduarderzijlen
De Aduarderzijlen liggen op de plek waar het Aduarderdiep afwatert in het Reitdiep. De Aduarderzijlen zijn aangelegd in de zijkant van het diep, in de buitenbocht van een meander, op een plaats waar de sterke stroom slibafzettingen tegenging. Dichtslibben was op die plaats nauwelijks mogelijk omdat er zowel bij eb als vloed stroming was. De ingenieuze locatie van de Aduarderzijlen voorkwam zo dat het gebied voor de sluis opslibde, wat de afwatering zou bemoeilijken.
De eerste Aduarderzijl lag aan de westzijde van de huidige sluizen en de voormalige sluiswachterwoning. Om de afwatering te verbeteren, werd er in de loop van de 15e eeuw een tweede sluis aangelegd. Resten daarvan zijn in 1867 gevonden in de dijk. Bij de Sint-Maartensvloed (1686) spoelde de meest westelijke van de twee houten sluizen weg. Vervolgens werd in 1706 op last van het Aduarder Zijlvest de eerste stenen sluis gebouwd. Het was een enkele uitwateringssluis, die kon spuien in perioden van grote wateroverlast.
De economische functie van het Aduarderdiep was groot. De gemetselde bakstenen boogbrug over de sluis werd in 1914 vervangen door de huidige betonnen brug, waardoor schepen met hoge vierkante ladingen stro er onderdoor konden varen. Strokartonfabriek de Halm in Hoogkerk betaalde een deel van de kosten.
Met de afsluiting van de Lauwerszee (1969) verloor de slaperdijk zijn functie. De zijlen werden verwaarloosd. Mede door de inspanningen van de Stichting Herstel Aduarder Zijlen werd het bijzondere sluiscomplex eind 20e eeuw op de monumentenlijst geplaatst en kwam er geld beschikbaar voor een restauratie in de jaren 1992-1993.