-
Burgeroorlog in Bosnië-Herzegovina
In het vroegere Joegoslavië in Midden-Europa woonden
verschillende volken samen in één land. In 1990 valt het land uit
elkaar omdat de volken niet meer samen willen leven. Vanaf 1991
ontstaan er burgeroorlogen tussen de verschillende
bevolkingsgroepen. Ook in Bosnië-Herzegovina.
Er zijn veel verschillen tussen de bevolkingsgroepen in
Joegoslavië. Sommigen zijn moslim, anderen christen. Sommigen
voelen zich Serviër, anderen Bosniër of Kroaat. Ook spreken ze
verschillende talen.
President Tito weet er lange tijd voor te zorgen dat Joegoslavië
ondanks alle verschillen een eenheid blijft. Als hij sterft wordt
het steeds onrustiger in het land. De verschillende volken willen
land voor zichzelf, waar alleen hun volk leeft. Joegoslavië begint
uit elkaar te vallen. Er ontstaan verschillende landen, meestal op
een bloedige manier.
Eén van de landen waar oorlog wordt gevoerd is
Bosnië-Herzegovina. Hier wonen Bosniërs en Serviërs. De Bosniërs
zijn moslim, terwijl de Serviërs christen zijn. De Serviërs willen
een groot stuk land voor zichzelf, zonder Bosniërs. De Bosniërs
verzetten zich hiertegen.
-
Nederlanders op vredesmissie
De oorlog in Bosnië-Herzegovina wordt steeds erger. De Verenigde
Naties proberen de oorlog te beëindigen door speciale soldaten
('blauwhelmen') op 'vredesmissie' te sturen. Nederland is één van
de landen die gaan helpen. De Nederlandse blauwhelmen krijgen een
legerbasis bij het Bosnische stadje Srebrenica.
De Nederlandse soldaten krijgen de codenaam 'Dutchbat'. Dutchbat
mag niet zelf vechten, maar moet in de gaten houden dat de Serviërs
de Bosniërs niet aanvallen. Hierdoor hebben de Dutchbat-soldaten
alleen lichte wapens, en maar 10 kogels per persoon. Ze kunnen dan
ook niet op tegen het leger van de Serviërs.
Na de oorlog komt er veel kritiek op de vredesmissie. Veel
mensen denken dat de ramp in Srebrenica voorkomen had kunnen worden
als Dutchbat meer wapens had gehad en wel tegen de Serviërs had
mogen vechten.
Er komt een groot onderzoek naar de vredesmissie. Het
Nederlandse kabinet onder leiding van minister-president Kok voelt
zich verantwoordelijk, en treedt af. De ramp in Srebrenica is een
zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis. De regering is
voorzichtiger geworden in het uitvoeren van vredesmissies.
-
Generaal Ratko Mladić
In de oorlog in Bosnië-Herzegovina stonden het Bosnische en het
Servische leger tegenover elkaar. Generaal Ratko Mladić leidde het
Servische leger. Mladić wordt verantwoordelijk gehouden voor de
aanval op Srebrenica. Al voor deze aanval werkte hij mee aan het
vermoorden van grote groepen Bosnische moslims.
Mladić wil niet gestraft worden voor zijn daden en probeert zijn
straf te ontlopen. Pas op 26 mei 2011, zestien jaar na de aanval op
Srebrenica, wordt hij opgepakt in het huis van een familielid. In
Den Haag wordt er een rechtszaak tegen hem gevoerd door een
speciale rechtbank. Hier worden ook andere mensen berecht die een
rol hadden in de oorlog in Bosnië-Herzegovina.
Eén van die mensen is een officier uit het Bosnische leger,
Naser Orić. Tijdens de oorlog in Bosnië-Herzegovina had Orić de
leiding over een deel van het Bosnische leger bij Srebrenica. Hij
wordt verantwoordelijk gehouden voor het aanvallen van Servische
dorpen. Bij deze aanvallen werden gebouwen in brand gestoken en de
Servische inwoners vermoord. Het zijn dus niet alleen de Serviërs
geweest, die wreedheden hebben begaan. Zoals in bijna elke oorlog
ligt het ingewikkelder.
-
De Nederlandse legerbasis
De legerbasis van de Nederlandse Dutchbat-soldaten is het
terrein van een oude accufabriek bij Srebrenica. Wanneer de
Serviërs steeds dichterbij komen, vluchten er grote groepen
Bosniërs naar de Nederlandse basis. Hier hopen ze veilig te zijn
voor de Serviërs. Maar lang niet iedereen kan in de oude fabriek
slapen.
De Nederlandse soldaten besluiten dat bejaarden, zieken en
kinderen voorrang krijgen. De rest moet buiten blijven. Op een
gegeven moment zijn er wel 40.000 mensen op het kleine terrein. De
legerbasis raakt overvol.
Helaas wordt ook de legerbasis van de Nederlandse soldaten
aangevallen door de Serviërs. De Nederlanders krijgen van de
legerleiding van de Verenigde Naties geen toestemming om zich met
hun wapens te verdedigen. Ook een verzoek om de Nederlandse
legerbasis met vliegtuigen ('luchtsteun') te komen verdedigen,
wordt door de VN afgewezen.
De Nederlandse soldaten kunnen dus niets anders dan doen wat de
Serviërs zeggen. De Serviërs bepalen wat er gaat gebeuren en de
Nederlandse soldaten staan machteloos.
-
Vluchten naar de bergen
In Srebrenica worden de Bosniërs beschermd door de Nederlandse
soldaten. Maar als het Servische leger steeds dichterbij komt,
vluchten zo'n 15.000 Bosniërs de bergen in, op zoek naar
veiligheid. De helft hiervan wordt alsnog vermoord door de
Serviërs, die de Bosniërs de bergen in volgen.
-
Scheiden van mannen en vrouwen
Op 11 juli 1995 valt het Servische leger de Nederlandse
legerbasis bij Srebrenica binnen. De Bosnische vluchtelingen en de
Nederlandse soldaten worden ingesloten. De Serviërs willen dat alle
mannen en jongens worden gescheiden van de vrouwen, kleine kinderen
en bejaarden. Er worden bussen uit Srebrenica gehaald om ze te
kunnen wegvoeren.
De Nederlandse soldaten worden gedwongen de Servische soldaten te helpen bij het selecteren van de mensen. De vrouwen, kleine kinderen en bejaarden moeten in de bussen gaan zitten. De mannen en jongens blijven achter.
Behalve de Serviërs weet op dat moment nog niemand wat er precies zal gaan gebeuren. Later worden ook de mannen en jongens in bussen weggevoerd. Op een andere plek worden zij vermoord. Meer dan 8000 Bosnische jongens en mannen komen om het leven.
-
Genocide in Bosnië-Herzegovina
Dit is een monument voor de slachtoffers van de aanval op
Srebrenica. Op het monument zijn de namen van de slachtoffers van
de oorlog te lezen. Op de achtergrond zie je de begraafplaats. De
moord op de Bosnische mannen in Srebrenica wordt 'genocide'
genoemd.
Genocide is het woord voor het vermoorden van grote groepen
mensen om hun geloof en/of hun afkomst. Vaak is er van tevoren een
plan gemaakt, maar na afloop wordt dat door de daders meestal
ontkend.
In juli 1995 werden in Srebrenica bijna 8000 Bosnische
moslimmannen- en jongens weggevoerd. Ze worden naar verschillende
plekken gebracht langs de rivier de Drina. Veel slachtoffers worden
geblinddoekt. Soms worden ook hun handen en voeten vastgebonden.
Daarna worden ze vermoord.
De Serviërs proberen de slachtoffers te verstoppen door ze in
grote massagraven bij elkaar te leggen. Hierdoor is het na de
oorlog moeilijk om de mensen terug te vinden en te ontdekken wie ze
waren. Nog steeds worden er graven gevonden van jongens en mannen
die werden vermoord in de oorlog in Bosnië-Herzegovina.
-
Ook voor Dutchbat een ramp
De genocide in Srebrenica is in de eerste plaats verschrikkelijk
voor alle vrouwen en kinderen die hun mannen, vaders, zoons en
broers moeten missen. Maar ook voor de soldaten van Dutchbat is het
een ramp. Zij waren machteloos toen er veiligheid van hen verwacht
werd. Veel ex-soldaten kunnen daar nog steeds niet van slapen.
Het waren vaak jonge mannen en vrouwen die als Dutchbat-soldaat naar Srebrenica moesten. In het begin probeerden ze er het beste van te maken. Ze sloten vaak vriendschap met de Bosnische bevolking en met de kinderen.
Maar toen het erop aan kwam, konden ze de Bosniërs niet verdedigen tegen het Servische leger. Dat geeft een verdrietig, boos en machteloos gevoel, waar sommige soldaten de rest van hun leven last van blijven houden. Het woord daarvoor is 'oorlogstrauma'.
Vensterplaat Srebrenica. Voor docenten: Vensterles groep 5-8. Illustratie: Geert Schreuder.