Tot aan de markeverdeling rond het midden van de 19de eeuw is het landschapsbeeld sinds het ontstaan van de marken (1100-1200) nauwelijks veranderd. Daarna is de aanblik van het landschap drastisch veranderd. In de 19de eeuw waren grote delen van het Weerselose grondgebied nog niet in cultuur gebracht. Halverwege die eeuw bestond maar liefst 46% van de gemeente uit woeste grond, voornamelijk heidevelden. De verdeling van deze markegronden betekende de start van een grootschalige ontginning, die tot ver in de 20ste eeuw zou voort duren. Steeds meer natuur werd in landbouwgrond omgezet. Het landschap werd ook doorkruist met nieuwe wegen, kanalen en spoorlijnen. De snelweg A1 zou de vroegere marken Hasselo en Deurningen zelfs volledig doorsnijden, evenals de spoorlijn Hengelo-Oldenzaal.
Ruilverkaveling
De markeverdeling werkte de versnippering van percelen per boerenbedrijf in de hand. De ruilverkavelingwet van 1924 maakte grotere kavels en minder percelen grond per boerderij mogelijk. Vrijwel het hele Weerselose gebied is door de ruilverkavelingen aangepakt. Kavels en wegen werden rechtgetrokken. Hierbij verdwenen veel landschappelijke elementen. Ook de afwatering werd verbeterd en dat had een negatief effect op de flora en fauna. Het ontginningswerk was erg arbeidzaam. Dit werk trok mensen aan van buiten Weerselo met vreemde familienamen zoals Vreeswijk en Hoogendijk. De eersten hielpen vooral handmatig bij de ontginning van de heidevelden en de Hoogendijks legden zich toe op het grootschalig machinaal verzetten van grond. Op verzoek van sommige boeren werden al vroeg essen afgevlakt waardoor deze gronden met minder moeite bewerkt konden worden.
Landinrichting
Na 1955 stimuleerde de Europese Gemeenschap de landbouw tot mechanisatie, specialisatie en productiviteitsverhoging. Nivellering van de landschappelijke verscheidenheid was het gevolg. Toenemende bemesting, bestrijdingsmiddelen en verlaging van grondwaterstanden hadden hun nadelige invloed op de natuur. De Europese Gemeenschap bezon zich na 1980 op de productieoverschotten. Dat leidde tot beperkende maatregelen als de superheffing op melk; de natuur kreeg een nieuwe kans. In 1985 verving de Landinrichtingswet de Ruilverkavelingswet "oude stijl" en in 2007 kwam de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) om de landinrichting doelmatiger toe te kunnen passen.
Herinrichting Saasveld-Gammelke
In 1995 werd het voorontwerpplan gepresenteerd van de Herinrichting Saasveld-Gammelke. Dit 2.770 ha grote gebied omvat delen van de marken Lemselo, Dulder, Gammelke, Deurningen en zelfs nog een deel van de marke Hasselo. Saasveld-Gammelke is het eerste landinrichtingsproject in Nederland waarvoor een gecombineerd voorontwerpplan en milieueffectrapport (MER) is gemaakt. Om het plan te realiseren is 325 ha grond aangekocht, waarvan 194 ha voor de natuur is bestemd. Vier boerderijen moesten het veld ruimen en werden buiten het landinrichtingsplan geplaatst; één bedrijf werd binnen het gebied verplaatst. Het is een ingrijpende gebeurtenis als bewoners een boerderij, die vaak door vele opvolgende familiegeneraties is bewoond, moeten verlaten. De gemiddelde kavelgrootte is door het plan toegenomen van 4,5 tot 11 ha en het gemiddeld aantal kavels per bedrijf is gehalveerd van 5 naar 2,5. Steeds minder boeren bewerken steeds meer land. Gemiddeld elke dag houdt ergens in Nederland een boerenbedrijf op te bestaan. Het verdwijnen van zoveel eeuwenoude bedrijven mag een hedendaagse revolutie op het platteland genoemd worden. In 2014 zal het project Saasveld-Gammelke worden afgesloten.
Stedelijk versus landelijk gebied
Veel grond is ook opgeofferd aan stedelijke uitbreiding. De voormalige marken Hasselo en Klein Driene bijvoorbeeld zijn geheel opgegaan in nieuwbouwwijken van Hengelo. Aan de Oldenzaalse kant is een belangrijk deel van de marke Lemselo als woonwijk ingericht. Zelfs is een industrieterrein aangelegd in de vroegere marke Hasselo, maar ook het dorp Weerselo kent zijn industrieterrein. Desondanks kan Weerselo trots zijn op zijn bijzondere gebieden, zoals het Stift met de status van beschermd dorpsgezicht, de nog steeds met raadsels omgeven Hunenborg in Volthe en het nabij gelegen Voltherbroek. Ook het waardevolle Molenven als restant van de winning van heideplaggen, de Rossumermeden met het aangrenzende Everlo, het Gravenbos bij Saasveld en het Roderveld bij Rossum zijn gebieden met veel waardevolle flora en fauna. Tot slot zijn de Lemselermaten aangewezen als een "Natura 2000-gebied".