Gerard Hulsink

Modernisering van Ootmarsum

Tijd van wereldoorlogen

De jaren na de Tweede Wereldoorlog kenmerkten zich door wederopbouw en economische vooruitgang. Men werkte hard om de gevolgen van de oorlog te boven te komen. Mensen met visie en lef waren onmisbaar in deze tijd. Ootmarsum had zo'n pionier in de persoon van Gerard Hulsink (1904-1968).

Radio en film

De techniek zat Hulsink al jong in het bloed. Van kermiscenten kocht hij radio-onderdelen en bouwde hij een radiootje in een sigarenkistje. Aan zijn buren liet hij "zijn radio" zien, zette hem aan en er klonk een mis uit Amsterdam. Een grote mast in de tuin zorgde voor ontvangst uit Nederland en Duitsland. Dit was de aanzet voor een eigen radiodistributienet. Vele gezinnen in Ootmarsum werden toen aangesloten op het moderne communicatiemiddel. De bekabeling deed hij samen met Harry Buijvoets. Begin jaren vijftig werd het radiodistributienet overgenomen door de PTT. De techniek bleef hem boeien. Met Herman Haarhuis begon hij in 1955 de bioscoop Odemarus. In 1966, toen de concurrentie van het nieuwe medium televisie te groot werd, was sluiting onvermijdelijk.

Hulsink BV

In 1930 was Hulsink gestart met een aannemersbedrijf, gespecialiseerd in het leggen van leidingen. De aanvang was moeizaam, maar later was er volop werk, zeker na de oorlog. Het personeelsbestand liep op van vijf naar honderden werknemers. Het bedrijf opereerde in heel Nederland. Hij gebruikte als eerste in Nederland pvc-buizen voor onder meer aardgas. Overal zag men de grijsblauwe bestelwagens met het logo van Hulsink BV Ootmarsum.
Het graven van gleuven voor de leidingen gebeurde vroeger met de schop, maar Hulsink wilde dit werk mechaniseren. Zijn uitvindingen, bijvoorbeeld lierconstructies, pneumatische en elektrische draaicilinders, hielpen daarbij. Het aanleggen van het telefoonnet heeft het bedrijf Hulsink een enorme impuls gegeven. Hij was een sociaal man en goed voor zijn werknemers. Hij waardeerde de inzet van zijn personeel. Zij konden cursussen en bijscholingen volgen om hun prestaties te verbeteren en met meer plezier te werken. Hij liet kinderen van zijn werknemers studeren. In 1993 werd Hulsink BV overgenomen door BAM Infratechniek.

Gasbedrijf Ootmarsum

In 1951 werd er gas gevonden op het Springendal. Hulsink was niet van plan om dat gas naar het westen te laten gaan. Hij nam het initiatief tot oprichting van een gasbedrijf in Ootmarsum. De gemeente durfde dit niet aan. Het duurde jaren voor alle vergunningen rond waren. Na heel wat telefoontjes en bezoeken aan het ministerie van Economische Zaken in Den Haag kwam in 1956 de vergunning af. Met zakelijk partner Harry Buijvoets werd een net van gasleidingen gelegd. Iedereen die wilde, kon zich laten aansluiten. Het gas werd ontzwaveld in Agelo. Het ombouwen van kooktoestellen, kachels en geisers gebeurde gratis: service van het Gasbedrijf Ootmarsum. Hulsink en Buijvoets gingen persoonlijk de mensen langs om de aansluiting te promoten. Ootmarsum werd modern. In meer dan 500 huishoudens werd in 1968 gekookt op gas uit "eigen" bodem.

Politicus

Hulsink voelde zich betrokken bij het wel en wee van Ootmarsum. In 1958 werd hij gekozen tot raadslid voor de KVP. Van 1958 tot 1966 was hij wethouder van Openbare Werken en locoburgemeester. Hij kende de inwoners goed en wist waar ondersteuning nodig was. Hij hielp mensen bij grondaankoop om hun bedrijf uit te breiden, ondernemers om hun plannen te realiseren en had voor ieder een luisterend oor. Bij vergaderingen durfde hij zijn woordje te doen. Aan bureaucratie had hij een hekel. Het duurde hem vaak te lang. Aanpakken was zijn devies. Ootmarsum groeide hard in de jaren zestig. Er werd grond gekocht voor Cellenkamp, Villapark, Stobbenkamp, een enorm uitbreidingsplan. Vaak zat hij met Hendrik Tenniglo, Johan Bloemen en anderen te filosoferen over Ootmarsum. Bijvoorbeeld: wat kan Ootmarsum meer doen voor het toerisme? Hij was een groot voorstander voor versterking van de VVV Ootmarsum. In de acht jaar dat G.F. Hulsink wethouder is geweest, kwam mede door zijn inbreng veel tot stand: het zwembad werd gerealiseerd en het oude stadhuis gerestaureerd en aan twee kanten uitgebreid. Hulsinks naam staat geschreven op de oorkonde die ingemetseld is in de gedenksteen in het stadhuis. Te jong overleed hij op 10 maart 1968.