Jan Broeze

Hofkunstenaars

Tijd van wereldoorlogen

Jan Broeze (1896-1983), geboren op de boerderij Koorjan in Elsenerbroek, mag tot één van de bekendste kunstschilders in onze gemeente gerekend worden. Het hanteren van het schilderspenseel boeide hem meer dan de schop en de zeis. Het onderwijzersechtpaar Krouwel-Blauwboer was van grote invloed op zijn artistieke ontwikkeling. Zijn belangrijkste leermeester was de Brabander Jan Kruijsen, schilder van boeren figuren en landschappen, die enige tijd in Goor verbleef. Samen met Jan Kruijsen en Henny Wissink bracht Jan Broeze in 1923 een periode door in Silezië. In de jaren dertig van de vorige eeuw werd zijn werk sterk beïnvloed door het kubisme. In 1934 werd hij lid van de Twentsche Kunstkring en kort na de Tweede Wereldoorlog was hij één van de oprichters van de Nieuwe Groep, met onder anderen vader en zoon Folkert Haanstra, Riemko Holtrop, Ben Akkerman en Wim ten Broek. In de jaren 1947-1950 organiseerden zij diverse tentoonstellingen in heel Nederland. In 1953 kreeg hij een monumentale opdracht, namelijk een scraffito aan de sportzaal in Goor. Dat werk is inmiddels verplaatst naar de vroegere basisschool in Elsenerbroek.

Riemko Holtrop (1914-1995)

Holtrop was één van de pioniers in de doorbraak van de moderne kunst na 1945. Ook hij was één van de oprichters van de Nieuwe Groep, een initiatief om ook in dit deel van het land bekendheid te geven aan de eigentijdse kunst. Zij worden gerekend tot de avant-gardisten van het eerste uur en werkten al eerder experimenteel dan de Cobra-groep. Het werk van Riemko Holtrop is onder meer aanwezig in het Stedelijk in Amsterdam, het Gemeentemuseum in Den Haag, het Provinciehuis Overijssel en bij particulieren. Hij studeerde aan de Rotterdamse Kunstacademie en in Parijs. Bij de Arnhemmer Gijs Jacobs van den Hoff volgde hij beeldhouwlessen. Vanaf de jaren zestig blijft de abstractie in zijn werk overheersen. Het samengaan van gevoel en verstand is het kenmerk van zijn oeuvre. Als beeldhouwer heeft hij zijn sporen verdiend met figuratieve en abstracte plastieken. Holtrop is in Hengelo geboren en in Delden overleden.

Herman van der Worp (1849-1941)

Herman was een zoon van Willem van der Worp, één van de oprichters van kunstzinnig genootschap Pictura in Zutphen. Zelf was hij ook jaren bestuurslid en hij werd in 1934 tot erelid benoemd. Officieel stond hij geregistreerd als fotograaf, welk beroep hem op den duur toch geen voldoening schonk. Hij wierp zich volledig op het schilderen, met de neiging naar het impressionisme. In 1877 exposeerde hij voor het eerst. In 1897 stelde hij zestien schitterende olieverfschilderingen en zeven aquarellen ten toon, allemaal landschappen weergegeven in zeldzame realiteit. In 1907 kwam hij naar Delden en nam hij zijn intrek in hotel Carelshaven, dat zijn vaste onderkomen werd. Het hotel werd in de jaren daarna verrijkt met veel van zijn schilderijen, waaronder ettelijke jachtstillevens en bosgezichten. Op initiatief van baron van Wassenaer werd voor Van der Worp een atelier gebouwd achter hotel Carelshaven. Ook in hotel-restaurant De Zwaan was hij een bekende gast, waar hij veelal met gesloten beurs betaalde, af en toe een schilderstuk achterlatend. Hij was een kleurrijke bezienswaardigheid in Delden als hij zich met zijn indrukwekkende witte baard per speciaal geconstrueerde fiets met schildersezel en verdere benodigdheden naar zijn "werkgebied" begaf.

Bert Haanstra (1916-1997)

Haanstra is opgegroeid in Goor, waar zijn vader onderwijzer was. Aanvankelijk zou Bert in zijn vaders voetsporen treden, maar zijn hart ging uit naar het kijken naar mensen en hij begon te fotograferen. Zijn droom was filmer te worden; als tiener assisteerde hij al in de Goorse bioscoop. Zijn kans kwam in 1947 als cameraman. In 1951 won hij de Grand Prix op het festival in Cannes en in 1959 kreeg hij een Oscar met zijn film Glas. Zijn speelfilm Fanfare, handelend over een ruzie tussen twee elkaar beconcurrerende muziekkorpsen in Giethoorn, trok 2.600.000 bezoekers. Ook zijn film Alleman, waarin iedere Nederlander een spiegel werd voorgehouden, werd een doorslaand succes. De film Dokter Pulver zaait papavers werd voor een deel opgenomen bij het station in Goor. Samen met Simon Carmiggelt maakte hij de bioscoopdocumentaire De Stem van het Water. Zijn liefde voor dieren gaf hij weer met de film Bij de beesten af. In 1988 vervaardigde hij voor Unicef een documentaire in Ghana. In 1990 was hij de eerste winnaar van de naar hem genoemde Oeuvreprijs van het Nederlands Fonds voor de Film.

André Manuel

André Manuel, muzikant en cabaretier, is in 1966 in Diepenheim geboren en hij woont en werkt er nog steeds. Vanaf 1985 was hij actief met de maatschappijkritische band Fratsen. Toen deze band uiteenviel, presenteerde Manuel in 1996 een soloprogramma onder de naam Krang, Twents voor binnenstebuiten. In een volgend programma trad hij op met een band die eveneens de naam Krang droeg. Intussen was Manuel landelijk actief als cabaretier. In 1989 won hij de Persoonlijkheidsprijs van Cameretten en in 1990 de juryprijs op hetLeids Cabaret Festival. Met Krang won Manuel in 2000 een Zilveren Harp. In het seizoen 2011-2012 gaat André Manuel met zijn inmiddels twaalfde voorstelling Leve de Man van de SVP opnieuw de grenzen van het theater verkennen.