In de zomer van 1912 zijn er in Goor belangrijke stappen gezet op het gebied van de sociale huisvesting. De Woningwet van 1901 bood voor particulier initiatief met steun van de overheid goede mogelijkheden om te komen tot betaalbare woningbouw, bestemd voor de arbeidersklasse. De heren fabrikanten N.G. Jannink en D.J. Bunschoten belegden op 26 juni een bijeenkomst om te komen tot de oprichting van "eene vereniging tot verbetering van de volkshuisvesting". Het resultaat was dat op 4 juli 1912 bij notaris W. Verweij Mejan in Goor de oprichtingsakte van de Stichting De Goorse Volkswoning werd getekend. Mede vanwege de Eerste Wereldoorlog duurde het nog tot 13 april 1921 voordat de eerste woning, deel uitmakende van een complex van 48, aan de Dr. J.H. ten Boschstraat 21 kon worden verhuurd. De huurprijs bedroeg f 5,‒ per week, welk bedrag in de crisisjaren werd verlaagd tot f 4,‒. Vóór de oorlog kwamen er in de wijk Tuindorp in totaal 129 huizen tot stand ontworpen door de architecten De Wijs en Van Knuttel. Aan de Wheeweg verrezen acht woningen en in de wijk Gijmink 26.
Gecharmeerd van de beer
De huizen op Tuindorp waren aanvankelijk uitgerust met beerputten. Dat leidde medio jaren dertig tot bijkans ondraaglijke stankoverlast. Er was wel een rioolstelsel, maar dat was aanvankelijk alleen bestemd voor hemelwaterafvoer. De bewoners gebruikten hun beer veelal als mest voor de tuin. Maar er waren er ook die de inhoud van de beerput overschepten in het riool, en dat was verre van reukloos. Op initiatief van de bewoners werd besloten dat de Goorse Volkswoning vanaf 1 januari 1937 de beerputten zou legen tegen de prijs van 3 cent per week. Aangezien men er over het algemeen aan hechtte om het "dikke" te behouden voor op het land, kwam er een zodanige constructie tot stand dat het dunne in de riolering terecht kwam en het dikke in de beerput. Dit was het resultaat van een brief, ondertekend door de huurders en gericht aan het bestuur van de stichting, waarin geschreven werd: "Wij kunnen de beer niet missen!" De woningen in de wijk Tuindorp zijn begin jaren zeventig grondig gerenoveerd en hebben eind van de vorige eeuw weer een flinke opknapbeurt gehad.
Nieuwe wijken in oost en west
In de jaren vijftig kwamen er in de wijk Gijmink rond 500 woningwetwoningen. Hier vonden verscheidene textielarbeiders huisvesting, evenals veel mensen die werkzaam waren bij Eternit. Vanaf 2006 is men bezig deze wijk volledig te vernieuwen. In de jaren zestig en zeventig bouwde de stichting rond 700 eengezinswoningen in de wijk De Whee. Daarna kwamen er op diverse locaties, veelal in het centrum, nog woningen in de sociale sector tot stand.
Arbeiderswoningen elders in de Hof
In de andere kernen heeft de sociale woningbouw zich op wat kleinere schaal voltrokken, waarbij de beroepssamenstelling van de bevolking en de industriële activiteiten ter plekke ongetwijfeld van grote invloed zijn geweest. In Markelo bouwde de gemeente in 1927 twee huizen aan de Bergweg. Hoewel de huurprijs slechts f 2,82 per week bedroeg, konden de huurders dit bedrag niet opbrengen. 1 jaar later kwam er een dubbel woonhuis aan de Stationsweg bij de Stokkumeres tot stand. In de jaren dertig bouwde men ook twee blokjes van twee huizen in Elsen. In Diepenheim kreeg de eerste sociale woningbouw gestalte aan de Watermolenweg, waar in de jaren dertig tien woningen werden gebouwd. Deze zijn eind vorige eeuw geheel vernieuwd. Of het alleen aan de kleur van de dakpannen lag is niet bekend, maar het wijkje kreeg de naam van: het Rooie Dorp. Ook aan de Lindelaan verrezen nog vóór de oorlog sociale huurwoningen. In Delden kwamen de eerste sociale huurwoningen in 1921 aan de Peperkampweg, gebouwd door de woningcorporatie Sint Jozef. In 1923 werden de eerste Nutswoningen betrokken. In 1992 zijn het Nut en Sint Jozef gefuseerd tot één corporatie onder de naam: Stichting Wonen Delden, die thans 762 woningen exploiteert.
Privatisering
Het karakter en de doelstelling van de instellingen die zich van oorsprong uitsluitend bezighielden met sociale woningbouw, zijn de laatste decennia wel beduidend verruimd, sinds ook hier de privatisering zijn intrede heeft gedaan. Er worden sinds 1995 ook woningen verkocht aan de huurders, terwijl men zich eveneens richt op de bouw en exploitatie van gemeenschappelijke voorzieningen, bijvoorbeeld het medisch centrum de Oliphant in Goor en dienstencentrum De Stadshagen in Delden. Ook is schaalvergroting in de bedrijfsvoering aan deze sector niet voorbij gegaan en daardoor is de Goorse Volkswoning per 1 januari 2009 samengevoegd met een corporatie in Lochem onder de naam Viverion, waarin ook de woningstichting Diepenheim/Markelo is opgegaan.