Luchere

Een raadselachtige parochie in Duur

Tijd van steden en staten

In de Middeleeuwen lag er een parochie ten noorden van Deventer langs de IJssel met de naam Luchere. De naam duikt in het midden van de 12de eeuw in de archieven op en verdwijnt al een eeuw later weer voorgoed uit beeld. Aanvankelijk dachten historici dat Luchere in de buurt van Hellendoorn of misschien Losser in Twente lag, maar tegenwoordig is men het erover eens dat deze parochie in Duur en omgeving moet worden gezocht. De kerk van Luchere was een eigenkerk van de Utrechtse bisschop.

Luchere in oorkonden

Luchere wordt vermeld in drie oorkonden, die dateren uit de jaren 1139-1156, 1176 en 1231. In de eerste oorkonde schenkt de Utrechtse bisschop Harbertus de kerk van Luchere aan het kapittel van St. Lebuïnus in Deventer. De tweede oorkonde gaat over de schenking van tienden van Ilburg in de parochie Luchere door bisschop Godefridus aan de klokkenist van de kerk van Deventer. Getuigen bij deze schenkingen waren onder meer Conradus de Wye en Engelbertus de Ramele (onder Raalte). In de derde en laatste oorkonde wordt het kapittel bevestigd in het bezit van binnen- en buitendijkse tienden in Vortmen (Fortmond) en Luggermaede (hooiland van Luchere). De parochie lag aan de Sallandse zijde van de IJssel, maar omvatte hoogstwaarschijnlijk ook enkele nederzettingen aan de overzijde van de rivier, zoals Veessen en Welsum.

De bisschoppelijke Hof te Duur

De Utrechtse bisschop bezat omstreeks 1300 een aaneengesloten grondbezit in de buurschappen Duur en Olst met een totale lengte van liefst 3 km: van Scherpenzeel in het noorden tot de Koningshof of Vosplaats in het zuiden. Precies in het midden van dat gebied lag, vermoedelijk op een zandrug nabij de Zandwetering, een bisschoppelijk goed dat werd aangeduid als "Hof". Dit moet de zetel van de meier zijn geweest, die het bisschoppelijk bezit aan boerderijen en landerijen bestuurde en vermoedelijk ook betrokken was bij de vorming en instandhouding van de parochie Luchere en de eigenkerk van de bisschop. Fortmond en Duur telden rond 1300 25 boerderijen. Er woonden, afhankelijk van de gemiddelde grootte van de gezinnen, 150 tot 200 personen.

Mogelijke ligging in de Duurse waarden

De nieuwe eigenaar, het kapittel van Lebuïnus, bezat veel onroerend goed in Deventer en omgeving, maar in Fortmond en Duur bleef dit beperkt tot één stuk grond. Dat was gelegen in de Duurse waarden op het kruispunt van de huidige Fortmonderweg en Barloseweg, beschermd door een dijk die in de Middeleeuwen de Scherpenzeelse dijk verbond met de hoog en droog gelegen Achterweerd. Aangenomen wordt dat op die plek, op pas ontgonnen land, dat van oudsher tot het bisschoppelijke bezit in Duur behoorde, de kerk van Luchere heeft gestaan. Dat gebied was ten tijde van Luchere veel minder nat en onbegaanbaar dan tegenwoordig. De kerk lag een paar kilometer verwijderd van de bisschoppelijke hof bij een kruispunt van twee doorgaande wegen: de weg van Deventer naar Zwolle en de verbindingsweg tussen Midden-Salland en de Veluwe via een doorwaadbare plaats in de rivier bij Fortmond. De aanwezigheid van een voorde maakte het kerkgangers van de Veluwe eenvoudiger het bedehuis aan de overzijde van de rivier te bezoeken.

Luchere verdwijnt uit beeld

Na het midden van de 13de eeuw wordt de parochie Luchere niet meer vermeld. De verklaring daarvoor is eenvoudig: ze werd opgeheven en vervangen door nieuwe, kleinere parochies zoals Olst, Wijhe en mogelijk ook Wesepe. Het is niet uitgesloten dat de nieuwe parochies zijn ontstaan nadat Luchere door het IJsselwater was verzwolgen.
Het is goed mogelijk dat Luchere ook de naam was van de oorspronkelijke, bisschoppelijke hof en dat die naam is overgegaan op de parochie. Na de opsplitsing van de hof kregen de nieuw gevormde boerderijen eigen namen en raakte de naam Luchere in onbruik.